Einde inhoudsopgave
RvdW 2009, 976
Bewijsmiddel waarop redengevende omstandigheid bij verwerping bewijsverweer berust ten onrechte niet vermeld
HR 01-09-2009, ECLI:NL:HR:2009:BI4735
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
1 september 2009
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
07/13169
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
BI4735
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BI4735, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 01‑09‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BI4735, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑05‑2009
Essentie
Bewijsmiddel waarop redengevende omstandigheid bij verwerping bewijsverweer berust ten onrechte niet vermeld.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 22 oktober 2007, nummer 23/002386-07, in de strafzaak tegen [Verdachte]. Adv. mr. G.P. Hamer en mr. B.P. de Boer, beiden te Amsterdam.
Voorgaande uitspraak
Hoge Raad:
1. Geding in cassatie
1.1.
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze hebben mr. G.P. Hamer en mr. B.P. de Boer, beiden advocaat te Amsterdam, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.