Einde inhoudsopgave
Algemeen militair ambtenarenreglement
Artikel 120a Samenloop van doorbetaling van bezoldiging na ontslag en uitkering op grond van een wettelijke of bovenwettelijke werknemersverzekering
Geldend
Geldend vanaf 02-08-2006. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 05-09-2005
- Bronpublicatie:
03-07-2006, Stb. 2006, 353 (uitgifte: 01-01-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
02-08-2006, terugwerkend tot: 05-09-2005
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-07-2006, Stb. 2006, 353 (uitgifte: 01-01-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ambtenarenrecht / Arbeidsvoorwaarden
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Indien de gewezen militair, bedoeld in artikel 120, recht heeft op een uitkering op grond van een werknemersverzekering, dan wel een bovenwettelijke WW-uitkering berustend op de dienstbetrekking waaraan de laatstgenoten bezoldiging is verbonden, wordt die uitkering daarop in mindering gebracht.
2.
Indien als gevolg van handelingen of het nalaten van handelingen door die gewezen militair geen uitkering op grond van de WAO wordt toegekend, wordt voor de toepassing van het eerste lid uitgegaan van een uitkering op grond van die wet, zoals die zou zijn toegekend bij een arbeidsongeschiktheid van 80% of meer.
3.
Indien als gevolg van handelingen of het nalaten van handelingen door die gewezen militair het bedrag van de uitkering op grond van de in het eerste lid bedoelde werknemersverzekering of een bovenwettelijke WW-uitkering een vermindering ondergaat, dan wel de aanspraak daarop geheel of gedeeltelijk niet wordt toegekend, wordt deze uitkering voor de toepassing van het eerste lid steeds aangemerkt als een uitkering die onverminderd is genoten.
4.
Indien die gewezen militair over een periode ter zake van de dienstbetrekking waaraan de laatstgenoten bezoldiging is verbonden aanspraak heeft of had kunnen hebben op een uitkering op grond van de ZW of de WAO, is het verplichtingen- en sanctieregime van die wet over die periode van overeenkomstige toepassing.
5.
Indien ten aanzien van die wettelijke uitkering een verplichting wordt opgelegd of een sanctie wordt toegepast, wordt door de commandant operationeel commando zoveel mogelijk dezelfde verplichting opgelegd dan wel een overeenkomstige sanctie toegepast op het verminderde bedrag van de laatstgenoten bezoldiging.
6.
De aanspraak op doorbetaling van bezoldiging ingevolge artikel 120 vervalt, indien de gewezen militair zonder deugdelijke grond weigert de hem door de commandant operationeel commando aangeboden gangbare arbeid, waartoe de militair geneeskundige dienst hem in staat acht, te aanvaarden.