Einde inhoudsopgave
Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek
Artikel 37 [Rechtspersoonlijkheid vereniging]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1992
- Bronpublicatie:
28-11-1991, Stb. 1991, 601 (uitgifte: 01-01-1991, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-1992
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-11-1991, Stb. 1991, 601 (uitgifte: 01-01-1991, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Staatsrecht / Wetgeving
1.
Een op het tijdstip van in werking treden van Boek 2 bestaande vereniging die geen rechtspersoon was, bezit van dat tijdstip af rechtspersoonlijkheid.
2.
Goederen die op dat tijdstip aan de vereniging zouden toebehoren, indien zij, toen het goed te haren behoeve werd verkregen, reeds rechtspersoon was geweest, gaan bij het in werking treden van Boek 2 van rechtswege op haar over.
3.
Rechtshandelingen die voor het tijdstip van in werking treden van Boek 2 door of jegens de bestuurders van de vereniging in hun hoedanigheid binnen de grenzen van hun bevoegdheid jegens, onderscheidenlijk door derden zijn verricht, worden vanaf dat tijdstip aangemerkt als rechtshandelingen van, onderscheidenlijk jegens de vereniging, onverminderd de aansprakelijkheid voor de uit die rechtshandelingen voortspruitende verbintenissen van hen die daarvoor reeds aansprakelijk waren.