Hof Amsterdam, 31-03-2021, nr. 23-001698-20
ECLI:NL:GHAMS:2021:4293
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
31-03-2021
- Zaaknummer
23-001698-20
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHAMS:2021:4293, Uitspraak, Hof Amsterdam, 31‑03‑2021; (Hoger beroep)
Cassatie: ECLI:NL:HR:2022:1481
Uitspraak 31‑03‑2021
Inhoudsindicatie
overtreding opiumwet, handelen in strijd met artikel 27, eerste lid, van de Wet wapens en munitie
afdeling strafrecht
parketnummer eerste aanleg : 13-048288-20
parketnummer hoger beroep : 23-001698-20
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam, enkelvoudige strafkamer, van 31 maart 2021 gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 29 juli 2020 in de zaak tegen de verdachte:
naam: [verdachte]
voornamen: [verdachte]
geboren: op [geboortedag] 1996 te [geboorteplaats] ([geboorteland])
adres: [adres].
Kwalificatie van het bewezenverklaarde
Het onder 1 bewezenverklaarde levert op:
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.
Het onder 2 bewezenverklaarde levert op:
handelen in strijd met artikel 27, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet, de artikelen 22c, 22d, 23, 24, 24a, 24c, 36b, 36c, 36d, 62 en 63 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 27 en 54 van de Wet wapens en munitie.
gepleegd
feit 1:op 23 februari 2020 te Amsterdam;
feit 2:op 23 februari 2020 te Amsterdam.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Ten aanzien van feit 1:
Veroordeelt de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 60 (zestig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door 30 (dertig) dagen hechtenis.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf in mindering zal worden gebracht, volgens de maatstaf van twee uren taakstraf per in voorarrest doorgebrachte dag, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Ten aanzien van feit 2:
Veroordeelt de verdachte tot een geldboete van € 225,00 (tweehonderdvijfentwintig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 4 (vier) dagen hechtenis.
Bepaalt dat de geldboete mag worden voldaan in 3 (drie) termijn(en) van 1 maand, groot € 75,00 (vijfenzeventig euro).
Beveelt de onttrekking aan het verkeer van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
- 2,6 gram verdovende middelen (omschrijving 5887257),
- 30 stuks verdovende middelen (omschrijving 5887258),
- 1 dolk (omschrijving 5887263),
- 7 wikkels verdovende middelen (omschrijving 5887256).
Gewezen door mr. H.A. van Eijk, in bijzijn van mr. M.E. de Waard, griffier.
mr. H.A. van Eijk