NJB 2021/660
Vier advocaten hebben bewijsbeslag laten leggen op stukken uit het dossier van een strafzaak op grond van een beweerde schending van hun verschoningsrecht. De Staat vordert in kort geding opheffing van dit bewijsbeslag. Hoge Raad: 1. Eigen belang advocaat. Een advocaat kan vorderingen instellen ter zake van een schending van zijn verschoningsrecht. Deze vorderingen komen de advocaat niet toe ten behoeve van zijn cliënt. 2. Gesloten stelsel Wpg en Wjsg. De Wpg en de Wjsg staan als zodanig niet in de weg aan een bewijsbeslag of aan het moeten verschaffen van inzage, afschrift of uittreksel, maar kunnen wel gewichtige redenen opleveren als bedoeld in art. 843a lid 4 Rv. 3. Opheffing beslag. Maatstaf. In een opheffingskortgeding dient de rechter niet te beoordelen of terecht verlof is verleend, maar of op het moment van zijn beslissing grond bestaat voor opheffing van het beslag. 4. Vrees voor verduistering. De eis van ‘gegronde vrees voor verduistering’ ziet niet uitsluitend op het opzettelijk wegmaken van bescheiden, maar ook op het ‘verloren gaan’ van bescheiden. 5. Voldoende bepaalde omschrijving. De bepaaldheid van de omschrijving van de bescheiden die in het gegeven geval kan worden geëist, hangt mede af van de vordering en het doel waarvoor beslag wordt gelegd. 6. Beslag op stukken uit de strafzaak. Civielrechtelijk beslag is verboden op bescheiden die deel uitmaken van het strafdossier dan wel verzameld zijn voor het strafrechtelijk onderzoek, maar niet op kopieën daarvan. 7. Beslagkosten. De beslagkosten komen alleen voor vergoeding in aanmerking als de vordering waarvoor het beslag is gelegd, toewijsbaar is en het beslag niet nietig is of onnodig is gelegd. Het hof heeft de vordering tot vergoeding van de beslagkosten niet in dit kort geding kunnen toewijzen. 8. Verbod om mededelingen te doen. a. Een verbod op grond van art. 28 Rv om mededelingen te doen, kan zich niet uitstrekken tot een strafrechtelijke procedure. b. De noodzakelijke vertrouwelijkheid kan in de exhibitieprocedure zowel gewaarborgd worden door toepassing van art. 22 Rv als door een vertrouwelijk deskundigenbericht (ten aanzien van de deskundigen is art. 28 Rv van overeenkomstige toepassing)
HR 19-02-2021, ECLI:NL:HR:2021:273
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19 februari 2021
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, G. Snijders, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
19/03244
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Beslag en executie
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Juridische beroepen / Advocaat
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:273, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑02‑2021
ECLI:NL:PHR:2020:594, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑06‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑07‑2019
- Wetingang
Essentie
Vier advocaten hebben bewijsbeslag laten leggen op stukken uit het dossier van een strafzaak op grond van een beweerde schending van hun verschoningsrecht. De Staat vordert in kort geding opheffing van dit bewijsbeslag. Hoge Raad: 1. Eigen belang advocaat. Een advocaat kan vorderingen instellen ter zake van een schending van zijn verschoningsrecht. Deze vorderingen komen de advocaat niet toe ten behoeve van zijn cliënt. 2. Gesloten stelsel Wpg en Wjsg. De Wpg en de Wjsg staan als zodanig niet in de weg aan een bewijsbeslag of aan het moeten verschaffen van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.