Einde inhoudsopgave
Reïntegratiebesluit
Artikel 15 Starterskrediet en begeleiding bij inschakeling in en ondersteuning bij arbeid als zelfstandige
Geldend
Geldend vanaf 14-11-2018
- Bronpublicatie:
18-10-2018, Stb. 2018, 404 (uitgifte: 13-11-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
14-11-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-10-2018, Stb. 2018, 404 (uitgifte: 13-11-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
Sociale zekerheid re-integratie / Algemeen
1.
Het UWV kan op aanvraag van een persoon als bedoeld in artikel 34a, eerste lid, van de Wet WIA en artikel 2:23, eerste lid, van de Wajong ter voorziening in de behoefte aan bedrijfskapitaal een lening of borgtocht verstrekken tot ten hoogste een bij ministeriële regeling vast te stellen bedrag indien:
- a.
de arbeidsmarktpositie van die persoon daartoe aanleiding geeft; en
- b.
het starten van het bedrijf naar het oordeel van het UWV voor betrokkene een reële optie is, gelet op diens beperking als gevolg van de handicap en het door hem opgestelde bedrijfsplan.
2.
Het UWV kan op aanvraag van de persoon, bedoeld in het eerste lid, een vergoeding verstrekken voor de kosten van begeleiding ten behoeve van de start van een bedrijf voor de duur van ten hoogste één jaar na de start van het bedrijf, indien wordt voldaan aan de voorwaarden, bedoeld in het eerste lid, onder a en b.
3.
Een vergoeding van de kosten van begeleiding ten behoeve van de start van een bedrijf, bedoeld in het tweede lid, vindt niet plaats aan personen als bedoeld in artikel 30a, eerste lid, onderdelen a en c, van de Wet SUWI of personen met wie een individuele re-integratieovereenkomst is gesloten als bedoeld in artikel 4.2 van het Besluit SUWI.
4.
Het UWV verstrekt geen lening of borgtocht aan een persoon als bedoeld in het eerste lid, indien:
- a.
die persoon surséance van betaling heeft aangevraagd;
- b.
die persoon failliet is verklaard en het faillissement voortduurt; of
- c.
er ten aanzien van het faillissement van die persoon geen schuldsanering heeft plaatsgevonden.
5.
Het maximale bedrag van de lening of de borgtocht, bedoeld in het eerste lid, wordt met ingang van 1 januari van elk kalenderjaar gewijzigd met het percentage waarmee het prijsindexcijfer van de gezinsconsumptie over de maand oktober daaraan voorafgaand afwijkt van het prijsindexcijfer waarop de laatste vaststelling van het bedrag is gebaseerd en door of namens Onze Minister medegedeeld in de Staatscourant.