Einde inhoudsopgave
Sturen met proceskosten (BPP nr. XII) 2011/9.4.2
9.4.2 Kostendekkende griffierechten: gevolgen voor sturen met proceskosten
mr. P. Sluijter, datum 31-10-2011
- Datum
31-10-2011
- Auteur
mr. P. Sluijter
- JCDI
JCDI:ADS597910:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Voetnoten
Voetnoten
Zoals in Engeland, zie de zorgen van Jackson 2010, p. 49-50, over de bestaande kostendekkende griffierechten in Engeland. Zie daarover eveneens Faure & Moerland 2006, p. 105-109. De overheidsbijdrage aan de rechterlijke macht is een voor de hand liggend discussiepunt in tijden van bezuinigingen.
Regeerakkoord VVD-CDA (Bijlage) 2010, p. 3, meldt onder A.7 een bezuiniging van 240 miljoen per jaar vanaf 2013. In de toelichting op p. 6 staat: ' De rechtspraak wordt per 2013 bekostigd door degenen die daar gebruik van maken. Personen met lage inkomens worden gecompenseerd.' Er wordt verwezen naar de brede heroverweging onder het voorgaande kabinet Balkenende IV waarin dat idee eveneens werd geopperd ('15. Veiligheid en Terrorisme.' Bijlage bij Kamerstukken II 2009-2010, 32 359, nr. 1). Al in 2008 werd in het interactieve traject bij het Programma Duurzame en Toegankelijke Rechtsbijstand van het toenmalige Ministerie van Justitie, waarbij ik binnen een TISCO-onderzoeksgroep betrokken was bij de procesbegeleiding en wetenschappelijke input, bekeken ofkostendekkende (later veranderd in 'passende') griffierechten een reële optie waren voor bezuiniging. Zie Barendrecht & Van Zeeland m.m.v. Sluijter e.a. 2009, p. 242-247.
Dit is wellicht wat kort door de bocht, want een deel van die 240 miljoen zal wegvallen, doordat de hoogte van de griffierechten ook de ' vraag' naar rechtspraak zal doen afnemen. Of in niet-economische bewoordingen: de duurdere rechtspraak zal de toegang tot de rechter verminderen.
Kamerstukken II 2010-2011, 31 753. Zie nr. 36 over het conceptwetsvoorstel en de bijlage bij nr. 33 over de impactanalyse.
Evenals de Raad voor de Rechtspraak, die op 28 februari 2011 reageerde, zie http://www.rechtspraak.nl/Organisatie/Raad-Voor-De-Rechtspraak/Nieuws/Documents/Standpunt-Raad-voor-de-rechtspraak-over-kostendekkende-griffierechten.pdf. O.a. de Ombudsman (brief aan de Tweede Kamer van 3 maart 2011) en de NOvA (brief aan de Minister van Veiligheid en Justitie van 2 maart 2011) hebben eveneens negatief gereageerd.
Bauw, Van Dijk & Van Tulder 2010, tabel 1 op p. 2530. Zij maken overigens bij de berekening van kostendekkende tarieven onderscheid naar zaken op tegenspraak, verstek en met of zonder enquête/descente/pleidooi, terwijl dat onderscheid in de huidige regeling nog niet wordt gemaakt.
Stb. 2010, 726.
Mogelijke voordelen zijn, naast de besparing voor de schatkist, onder andere het relatief aantrekkelijker worden van ADR en een onafhankelijkere rechtspraak, zie Bauw, Van Dijk & Van Tulder 2010, p. 2535-2536; zie ook Barendrecht 2009 die dit wil combineren met meer zeggenschap (en verantwoordelijkheid) voor de rechtspraak over de inrichting en kosten van procedures. In Barendrecht 2011, p. 356, noemt hij kostendekkende griffierechten 'een uitdaging, maar ook een unieke kans om toegankelijkheid en kwaliteit van rechtspraak te vergroten.'
Van der Hoek & Boot 2010.
Waardoor sommige kleine partijen met sterke claims toch zullen worden afgeschrikt.
Zie § 7.5.
Bepalend zijn de rechterlijke instantie en het zaaksbelang; zie de Bijlage van de Wgbz.
Onderscheiden wordt tussen rechtspersonen, natuurlijke personen en on- en minvermogenden; zie de Bijlage van de Wgbz.
Ook Bauw, Van Dijk & Van Tulder 2010 houden daar reeds rekening mee, door in hun tabel onderscheid te maken tussen verstek, tegenspraak en enquête/descente/pleidooi. Zie tevens Barendrecht 2011, p. 356. De minister gaat op 8 maart 2011 echter nog uit van slechts vooraf betalen, zie Kamerstukken II 2010-2011, 31 753, nr. 27.
Zie Faure & Moerland 2006, p. 130, zowel tabel als begeleidende tekst. Zie ook § 6.6.1 over het Duitse systeem waarin griffierechten bij een schikking deels worden gerestitueerd.
Eshuis 2007, p. 288, stelt dit ook reeds voor.
Faure & Moerland 2006, p. 28. Zie ook Hodges, Vogenauer & Tulibacka 2010, p. 77.
Nu heb ik zelf comparities gezien waarin de rechter een voorlopig oordeel gaf en de bandbreedte van de mogelijke beslissingen zeer klein werd, maar partijen toch vonnis wilden in plaats van een schikking. Daar hebben zij natuurlijk recht op, maar problematisch is wel dat in die beslissing niet het verschil in administratiekosten tussen een schikking en een eindvonnis werd verdisconteerd: de partijen ter comparitie hebben hun griffierechten immers al betaald en de kosten voor de advocaat zijn ook voor het leeuwendeel al gemaakt.
In dit onderzoek lag de nadruk op de advocatenkosten, omdat die de grootste kostenpost voor partijen vormen en ze, ondanks de niet-dekkende tarieven in normale zaken, doorgaans ook de grootste kostenpost binnen de kostenveroorde-ling zijn. De hoogte van de griffierechten zal de komende jaren in Nederland, evenals in andere landen,1 echter ook op de agenda staan. Het kabinet Rutte I heeft in de bijlage van zijn regeerakkoord het voornemen vastgelegd om de griffierechten kostendekkend te maken.2 Daarbij is een bezuiniging van 240 miljoen euro per jaar ingeboekt, een bedrag dat dus niet meer ten laste van de schatkist maar voor rekening van de procespartijen zal komen.3 Ten tijde van het afronden van dit manuscript is een conceptwetsvoorstel rondgestuurd ter consultatie en wordt een impactanalyse uitgevoerd.4
Verschillende auteurs hebben inmiddels hun zorgen geuit over de toegang tot het recht.5 Bauw, Van Dijk & Van Tulder6 laten zien hoezeer de tarieven in dagvaardingszaken kunnen verveelvoudigen ten opzichte van de huidige tarieven in de pas in werking getreden Wet griffierechten burgerlijke zaken (Wgbz).7 Zij voorspellen daarbij onder andere een forse daling van het aantal zaken, mogelijke strijd met artikel 6 EVRM en een verzwakte schaduwwerking van het recht.8 In een reactie voegen Van der Hoek & Boot toe dat niet alleen de drempel voor de initiatiefnemers van een proces groter wordt, maar dat het procesrisico extra wordt vergroot doordat de verliezer via de kostenveroordeling de griffierechten van beide zijden moet betalen.9
Stel dat het plan doorgaat, dan heeft dat effect op sommige bevindingen die in de analyse van de rechtseconomische literatuur naar voren kwamen. De inzet wordt hoger, met als gevolg dat de effecten van de English Rule worden versterkt: sterkere claims worden gestimuleerd, zwakkere claims ontmoedigd, risicoaversie weegt zwaarder in beslissing en10 en de uitgaven per procedure zullen iets stijgen.11
Ook de deterrence van kostenconsequenties wordt hoger, want binnen de proceskostenconsequenties ten aanzien van gedrag wordt het griffierechtdeel groter. Dat is een positief effect. Een negatief neveneffect kan echter worden veroorzaakt doordat de hogere inzet ook eerder satellite litigation de moeite waard maakt.
Als een kostendekkend griffierechtenstelsel wordt ingevoerd, ligt het voor de hand dat de tarieven niet meer slechts afhangen van de aard en hoogte van de vordering12 en van de soort partij,13 maar ook van het aantal diensten dat de rechter heeft geleverd.14 Een dergelijk pay as you go-systeem bestaat reeds in een aantal landen15 en heeft tot gevolg dat partijen bijvoorbeeld geld terug krijgen bij een schikking of verstek, terwijl ze bij een bewijsopdracht of een pleidooi juist moeten bijbetalen (of niets terugkrijgen). Ook voor uitstellen en/of het plaatsen van een zaak op de parkeerrol zou betaald kunnen worden.16 Faure & Moerland laten in hun rechtseconomische analyse zien dat er een trade-off is tussen de extra administratieve kosten van meer betaalmomenten en het voordeel van een efficiënter gebruik van proceshandelingen dat daar van uitgaat.17 Bij een algemene verhoging van de griffierechten wordt het efficiëntievoordeel van pay as you go relatief groter ten opzichte van de administratiekosten. Door kosten te verbinden aan uitstellen en eindvonnissen, terwijl schikkingen juist worden beloond, kan meer snelheid en kostenefficiëntie worden bereikt.18 Eventueel kunnen ook de nadelige effecten van de aardigheidscultuur worden verzwakt, als het collegiaal gunnen van uitstel voortaan extra griffiegelden voor de cliënt kost.
Met pay as you go in combinatie met kostendekkende griffierechten wordt ook het belang van kostenconsequenties groter. Daarmee kan nog beter worden bepaald welke kosten bij een verstorende proceshandeling horen. Die kosten kunnen dan aan de verantwoordelijke partij worden doorberekend, waardoor optimale deterrence beter wordt benaderd.
Kortom, als hogere griffierechten ondanks de vele bezwaren toch voldoende politiek draagvlak krijgen, ligt er een taak om te onderzoeken hoe een dergelijk systeem zo slim mogelijk vorm kan krijgen. Daarbij is een systeem van pay as you go in combinatie met kostenconsequenties ten aanzien van procesgedrag een serieuze optie.