BNB 2021/50
Inkeerregeling. Objectief vermoeden van bekendheid Inspecteur met onjuiste of onvolledige aangifte
HR 22-01-2021, ECLI:NL:HR:2021:103, m.nt. F.J.P.M. Haas
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 januari 2021
- Magistraten
Mrs. Koopman, Fierstra, Cools1.
- Zaaknummer
20/01200
- Noot
F.J.P.M. Haas
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS255017:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Boete
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:103, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑01‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑01‑2021
- Wetingang
Art. 67n AWR
Essentie
Inkeerregeling. Objectief vermoeden van bekendheid Inspecteur met onjuiste of onvolledige aangifte
Samenvatting
De bankrekening van belanghebbende bij een Zwitserse bank is in februari 2014 opgeheven. Die bank heeft in 2015 haar Nederlandse rekeninghouders per brief geïnformeerd over een verzoek van de Belastingdienst aan de Zwitserse autoriteiten om overzichten van rekeninghouders te verstrekken. Deze brief is niet aan belanghebbende gestuurd. Wel is rond die tijd in de media melding gemaakt van het verzoek. Belanghebbende heeft in 2016 aan de Inspecteur informatie verstrekt over haar in het buitenland aangehouden vermogen. Vervolgens zijn aan haar navorderingsaanslagen IB/PVV 2005 t/m 2014 opgelegd, met ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.