Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van Verordening (EU) nr. 952/2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie
Artikel 180 Uitvoer of vernietiging zonder douanetoezicht
Geldend
Geldend vanaf 18-01-2016
- Bronpublicatie:
24-11-2015, PbEU 2015, L 343 (uitgifte: 29-12-2015, regelingnummer: 2015/2447)
- Inwerkingtreding
18-01-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-11-2015, PbEU 2015, L 343 (uitgifte: 29-12-2015, regelingnummer: 2015/2447)
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Belastingen EU
Douane (V)
(Artikel 116, lid 1, van het wetboek)
1.
In de gevallen zoals bedoeld in artikel 116, lid 1, tweede alinea, artikel 118 of artikel 120 van het wetboek, geschiedt, de terugbetaling of kwijtschelding op basis van artikel 120 van het wetboek, wanneer de uitvoer of vernietiging niet onder toezicht van de douaneautoriteiten heeft plaatsgevonden, onder de volgende voorwaarden:
- a)
de aanvrager dient bij de beschikkingsbevoegde douaneautoriteit bewijs in aan de hand waarvan wordt vastgesteld of de goederen, waarvoor om terugbetaling of kwijtschelding wordt gevraagd, aan één van de volgende voorwaarden voldoen:
- a)
de goederen zijn uit het douanegebied van de Unie uitgevoerd;
- b)
de goederen zijn vernietigd onder toezicht van autoriteiten of personen die gemachtigd zijn om deze vernietiging officieel vast te stellen;
- b)
de aanvrager geeft de beschikkingsbevoegde douaneautoriteit ieder document terug dat de Uniestatus van de betreffende goederen bevestigt of informatie bevat die deze Uniestatus bevestigt, en onder dekking waarvan genoemde goederen eventueel het douanegebied van de Unie hebben verlaten, of hij legt alle bewijsstukken over die deze autoriteit noodzakelijk acht om zich ervan te vergewissen dat het betrokken document later niet meer gebruikt kan worden in verband met het binnenbrengen van goederen in het douanegebied van de Unie.
2.
Als bewijs dat de goederen waarvoor om terugbetaling of kwijtschelding wordt gevraagd uit het douanegebied van de Unie zijn uitgevoerd, worden de volgende documenten overgelegd:
- a)
de bevestiging van de uitgang zoals bedoeld in artikel 334 van deze verordening;
- b)
het origineel of een eensluidend gewaarmerkte kopie van de douaneaangifte voor de regeling die tot de douaneschuld leidt;
- c)
waar nodig, handels- of administratieve documenten met een volledige beschrijving van de goederen die waren gevoegd bij de douaneaangifte voor de genoemde regeling of de douaneaangifte tot uitvoer uit het douanegebied van de Unie of de douaneaangifte van de goederen in het derde land van bestemming.
3.
Als bewijs dat de goederen waarvoor om terugbetaling of kwijtschelding wordt gevraagd, zijn vernietigd onder toezicht van autoriteiten of personen die gemachtigd zijn om deze vernietiging officieel vast te stellen, wordt een van de volgende documenten overgelegd:
- a)
een proces-verbaal of de verklaring van vernietiging afgegeven door de autoriteiten onder wiens toezicht de vernietiging van de goederen heeft plaatsgevonden, of een eensluidend gewaarmerkte kopie daarvan;
- b)
een certificaat opgesteld door de persoon die gemachtigd is de vernietiging vast te stellen, en gegevens waaruit deze machtiging blijkt.
Deze documenten bevatten een nauwkeurige beschrijving van de vernietigde goederen zodat aan de hand van een vergelijking van de gegevens in de douaneaangifte voor een douaneregeling die tot de douaneschuld leidt en de bewijsstukken blijkt dat de vernietigde goederen dezelfde zijn als de goederen die onder de genoemde regeling waren geplaatst.
4.
Wanneer het in de leden 2 en 3 bedoelde bewijs onvoldoende is voor de beschikkingsbevoegde douaneautoriteit om een beschikking te nemen over het haar voorgelegde geval, of wanneer bepaalde bewijsstukken niet beschikbaar zijn, kan dergelijk bewijs worden aangevuld met of worden vervangen door alle andere documenten die de genoemde autoriteit noodzakelijk acht.