NJB 2013/2134
Vormverzuimen rondom DNA: het eventueel ten onrechte niet uit de DNA-databank verwijderen en vernietigen van DNA-sporendragers dan wel het eventueel ten onrechte niet bewaren van alle sporendragers van een zaak levert geen vormverzuim op als bedoeld in art. 359a Sv. In casu evenmin plaats voor bewijsuitsluiting. Salduz-recht om een raadsman te raadplegen: schending van dit recht levert in beginsel een vormverzuim op als bedoeld in art. 359a Sv dat na een daartoe strekkend verweer dient te leiden tot uitsluiting van het bewijs van de verklaringen van de verdachte die zijn afgelegd voordat hij een advocaat kon raadplegen. Verzoek tot horen deskundigen: een op de terechtzitting in hoger beroep door de raadsman gedaan verzoek om deskundigen te horen, is een verzoek als bedoeld in art. 328 Sv jo. art. 331 lid 1 Sv jo. art. 415 Sv, waarop de rechter op straffe van nietigheid van het onderzoek dient te beslissen ingevolge art. 330 Sv. In casu echter geen in rechte te respecteren belang bij de klacht dat in de einduitspraak van het hof een uitdrukkelijke beslissing ontbreekt omtrent het opnieuw gedane verzoek. Samenloop art. 63 Sr: toepassing kader HR 19 april 2005, ECLI:NL:HR:2005:AS5556, NJ 2006/10. In casu door hof opgelegde tijdelijke gevangenisstraf hoger dan toegestaan
HR 17-09-2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ9992 (Puttense Moordzaak)
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
17 september 2013
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman, J. de Hullu
- Zaaknummer
11/05007
- LJN
BZ9992
- Roepnaam
Puttense Moordzaak
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:BZ9992, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 17‑09‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:BZ9992, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑04‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 03‑07‑2012
- Wetingang
Essentie
Vormverzuimen rondom DNA: het eventueel ten onrechte niet uit de DNA-databank verwijderen en vernietigen van DNA-sporendragers dan wel het eventueel ten onrechte niet bewaren van alle sporendragers van een zaak levert geen vormverzuim op als bedoeld in art. 359a Sv. In casu evenmin plaats voor bewijsuitsluiting. Salduz-recht om een raadsman te raadplegen: schending van dit recht levert in beginsel een vormverzuim op als bedoeld in art. 359a Sv dat na een daartoe strekkend verweer dient te leiden tot uitsluiting van het bewijs van de verklaringen van de verdachte die zijn afgelegd voordat hij een advocaat kon raadplegen. Verzoek tot ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.