Voorstel van wet tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering in verband met de verbetering en versterking van de opsporing en vervolging van computercriminaliteit (computercriminaliteit III)
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 21-12-2015
- Bronpublicatie:
21-12-2015, Kamerstukken 2015, 34372 (uitgifte: 21-12-2015, kamerstukken: 34372-2)
- Inwerkingtreding
21-12-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-12-2015, Kamerstukken 2015, 34372 (uitgifte: 21-12-2015, kamerstukken: 34372-2)
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Informatierecht / ICT
Voorstel van wet van 21 december 2015
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om geautomatiseerde werken op afstand heimelijk binnen te kunnen dringen met het oog op de opsporing van ernstige misdrijven, gegevens op doeltreffende wijze ontoegankelijk te kunnen doen maken ter beëindiging van een strafbaar feit of ter voorkoming van nieuwe strafbare feiten, de strafbaarheid van grooming en van verleiding van een minderjarige tot ontucht te verruimen alsmede het wederrechtelijk voorhanden hebben of bekend maken van door misdrijf verkregen gegevens en de online handelsfraude strafbaar te stellen;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: