Prg. 2017/311
Transitievergoeding: Voor ernstige verwijtbaarheid is meer nodig dan slechts een dringende reden voor ontslag.
HR 13-10-2017, ECLI:NL:HR:2017:2626
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
13 oktober 2017
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, G. de Groot, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, C.H. Sieburgh
- Zaaknummer
16/05915
- Conclusie
A-G mr R.H. de Bock
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Arbeidsrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:2626, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 13‑10‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:917, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑09‑2017
- Wetingang
Art. 7:673 lid 7 onder c, lid 8 BW
Essentie
Arbeidsrecht. Valt criterium ‘ernstige verwijtbaar handelen’ samen met begrip ‘dringende reden’?
Nee. Situatie die tot dringende reden leidt, hoeft niet gepaard te gaan met verwijtbaarheid. Voor ernstige verwijtbaarheid is dus meer nodig dan slechts een dringende reden.
Samenvatting
De kantonrechter ontbindt de arbeidsovereenkomst wegens ernstig verwijtbaar handelen van werknemer. Er is geen transitievergoeding verschuldigd. Algehele afwijzing van de transitievergoeding acht de kantonrechter naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar. Werkgever wordt veroordeeld tot betaling van een gedeeltelijke transitievergoeding van € 25.000. In hoger beroep wordt de arbeidsovereenkomst ontbonden wegens een verstoorde arbeidsverhouding. Volgens het hof is geen sprake van ernstig ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.