JWB 2002/449
Koop van bedrijfsterrein, bodemverontreiniging, wederzijdse dwaling, wijziging van de overeenkomst, exoneratiebeding
HR 06-12-2002, ECLI:NL:HR:2002:AE9250
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
6 december 2002
- Zaaknummer
C01/083HR
- LJN
AE9250
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2002:AE9250, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑12‑2002
ECLI:NL:HR:2002:AE9250, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 06‑12‑2002
- Wetingang
Art. 6:228 lid 1 sub c BW
Essentie
Koop van bedrijfsterrein, bodemverontreiniging, wederzijdse dwaling, wijziging van de overeenkomst, exoneratiebeding
Samenvatting
Casus
Nuon heeft in 1988 aan verweerster een bedrijfsterrein verkocht. In de transportakte zijn een aantal exoneratiebedingen opgenomen. Voorafgaand aan de verkoop heeft Nuon een indicatief bodemonderzoek door Fugro laten uitvoeren. Uit dit onderzoek is naar voren gekomen dat er sprake is van een beperkte bodemverontreiniging. Vervolgens is in 1993 door Gedeputeerde Staten van Gelderland een oriënterend bodemonderzoek verricht. Uit dit onderzoek is gebleken dat er sprake is van sterke loodverontreiniging op plaatsen die niet door Fugro waren onderzocht. Uit een in 1995 door Grontmij Gelderland uitgevoerd ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.