RFR 2023/1
Quasi-legaat. Moet een vordering op de nalatenschap uit hoofde van huwelijkse voorwaarden worden aangemerkt als een quasi-legaat?
HR 30-09-2022, ECLI:NL:HR:2022:1339
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
30 september 2022
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, C.E. du Perron, C.H. Sieburgh, A.E.B. ter Heide, G.C. Makkink
- Zaaknummer
21/02295
- Conclusie
A-G mr. P. Vlas
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS679735:1
- Vakgebied(en)
Erfrecht / Testamenten
Civiel recht algemeen (V)
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
Erfrecht / Algemeen
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1339, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 30‑09‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:235, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑03‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 31‑05‑2021
- Wetingang
Essentie
Quasi-legaat.
Moet een vordering op de nalatenschap uit hoofde van huwelijkse voorwaarden worden aangemerkt als een quasi-legaat?
Samenvatting
Eiseres in de onderhavige procedure en erflater zijn in 2010 met elkaar gehuwd. Voorafgaand aan dit huwelijk zijn eiseres en erflater huwelijkse voorwaarden overeengekomen. In deze huwelijkse voorwaarden is onder meer vastgelegd dat erflater bij het einde van het huwelijk door overlijden en bij het einde van het huwelijk anders dan overlijden verplicht is een bedrag van € 500.000 uit te keren aan eiseres. Dit bedrag wordt telkens met € 100.000 vermeerderd voor elk jaar dat het huwelijk voortduurt, tot een maximum van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.