NJ 2016/64
Geen grondslagverlating bij bewezenverklaring op grond van art. 5 WVW 1994. Uitleg aan de in de bewezenverklaring voorkomende woorden ‘kon worden veroorzaakt’ en/of ‘kon worden gehinderd’.
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22 december 2015
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, E.F. Faase
- Zaaknummer
15/00155
- Conclusie
A-G mr. G. Knigge
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS110712:1
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Verkeersstrafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:3691, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑12‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:2447, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑11‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑06‑2015
- Wetingang
Art. 5 WVW 1994
Essentie
Het Hof heeft blijkens de bewijsvoering vastgesteld dat de verdachte als bestuurder van zijn snorfiets op een fietspad met veel fietsers met hoge snelheid rakelings langs fietsers reed. Gelet daarop geeft het oordeel van het hof dat door het rakelings langs die fietsers rijden gevaar op de weg kon worden veroorzaakt en het verkeer op de weg kon worden gehinderd, niet blijk van een onjuiste opvatting omtrent deze aan art. 5 WVW 1994 ontleende termen en is dat oordeel toereikend gemotiveerd.
Opmerking verdient nog dat tussen de in art. 5 WVW 1994 opgenomen varianten ...