JWB 2011/603
Schorsing advocaat en nietigheid van na schorsing verrichte rechts-handelingen
HR 09-12-2011, ECLI:NL:HR:2011:BT2915
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
9 december 2011
- Zaaknummer
10/02395
- LJN
BT2915
- Vakgebied(en)
Recht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BT2915, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 09‑12‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BT2915, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑09‑2011
Beroepschrift, Hoge Raad, 02‑06‑2010
- Wetingang
Art. 225-227 Rv
Essentie
Schorsing advocaat en nietigheid van na schorsing verrichte rechts-handelingen
Samenvatting
Casus
De rechtbank heeft in een bepaalde zaak tussen eiser en verweerders vonnis gewezen. Hiertegen heeft eiser hoger beroep ingesteld. Het hof heeft vervolgens het vonnis van de rechtbank bekrachtigd. Blijkens het arrest van het hof was de advocaat van eiser ten tijde van het wijzen van dat arrest geschorst.
Rechtsvraag
Heeft het hof miskend dat door de schorsing van de advocaat van eiser het geding op grond van art. 226 lid 1 Rv van rechtswege was geschorst en dat het hof om die reden geen uitspraak kon ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.