Uitvoeringsbesluit ex artikel 19 Archiefwet 1918
Artikel 6
Geldend
Geldend vanaf 22-05-1929
- Bronpublicatie:
19-04-1929, Stb. 1929, 171 (uitgifte: 02-05-1929, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
22-05-1929
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-04-1929, Stb. 1929, 171 (uitgifte: 02-05-1929, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Openbaarheid van bestuur
Wanneer stukken, behoorende tot de archieven van wees- en momboirkamers van eene gemeente, die een eigen archivaris en eene doelmatige archiefbewaarplaats heeft, in Rijksarchiefbewaarplaatsen mochten berusten, is Onze Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen gemachtigd aan de Rijksarchivarissen op te dragen, die stukken aan de gemeente, tot het archief van welker wees- of momboirkamer zij behooren, tot wederopzeggens in bewaring te geven, onder voorwaarde, dat het gemeentebestuur zich verbinde:
- a.
de stukken in den inventaris van het archief der wees- of momboirkamer, zoo deze bestaat, te doen bijschrijven, of anders het archief der wees- of momboirkamer zoo spoedig mogelijk, en in elk geval binnen den tijd van vijf jaren, te doen inventariseeren naar een door Onzen voornoemden Minister goed te keuren plan;
- b.
in een reglement voor de gemeentelijke archiefbewaarplaats en eene instructie voor den gemeentearchivaris op die stukken toepasselijk te verklaren de voor de Rijksarchiefbewaarplaatsen geldende of nader vast te stellen bepalingen omtrent de toegankelijkheid en het gebruik van archieven;
- c.
te allen tijde aan Onzen voornoemden Mimister, den Algemeenen Rijksarchivaris en de Rijksarchivarissen in de provinciën desverlangd eenige dier stukken tijdelijk af te staan of kosteloos de ten behoeve van het Rijk verlangde afschriften te verstrekken;
- d.
aan den Algemeenen Rijksarchivaris en aan den Rijksarchivaris in de provincie, waartoe de gemeente behoort, steeds toegang tot de bewaarplaats van die stukken te verleenen.