Uitvoeringsbesluit ex artikel 19 Archiefwet 1918
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 22-05-1929
- Bronpublicatie:
19-04-1929, Stb. 1929, 171 (uitgifte: 02-05-1929, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
22-05-1929
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-04-1929, Stb. 1929, 171 (uitgifte: 02-05-1929, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Openbaarheid van bestuur
Besluit van 19 april 1929 tot uitvoering van het eerste lid van artikel 19 der Archiefwet 1918 (Staatsblad n°. 378)
Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Op de voordracht van Onzen Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen van 12 Februari 1929, n°. 545/3, afdeeling Kunsten en Wetenschappen;
Overwegende, dat volgens het eerste lid van artikel 19 der Archiefwet 1918 (Staatsblad n°. 378), gewijzigd bij de wet van 14 Mei 1928 (Staatsblad n°. 177), bij algemeenen maatregel van bestuur moeten worden vastgesteld de regelen, waarnaar de archieven van de voormalige wees- en momboirkamers, van gemeenten, die geen eigen archivaris en geene doelmatige archiefbewaarplaats hebben, naar de Rijksarchiefbewaarplaatsen moeten worden overgebracht;
Overwegende voorts, dat overeenkomstig het vierde lid van bovengenoemd artikel 19 de voorwaarden, waarop archieven van voormalige wees- en momboirkamers, die in de Rijksarchiefbewaarplaatsen mochten berusten, aan gemeenten in bewaring kunnen worden gegeven, door Ons moeten worden geregeld;
Den Raad van State gehoord (advies van 26 Maart 1929, n°. 32);
Gelet op het nader rapport van Onzen Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, van 15 April 1929, n°. 1592, afdeeling Kunsten en Wetenschappen;
Hebben goedgevonden en verstaan:
te bepalen als volgt: