V-N 2017/4.20
Volgens A-G is een verbouwde stal een woning vanwege de combinatie van onduidelijke bouwkundige aard na de verbouwing en een publiekrechtelijke woonbestemming
HR (Parket) 23-11-2016, ECLI:NL:PHR:2016:1219, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad (Parket)
- Datum
23 november 2016
- Zaaknummer
16/04101
- Conclusie
A-G Wattel
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS925367:1
- Vakgebied(en)
Belastingen van rechtsverkeer / Overdrachtsbelasting
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:295, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑02‑2017
ECLI:NL:PHR:2016:1219, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 23‑11‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 11‑08‑2016
- Wetingang
art. 14 lid 2 WBR
Essentie
Advocaat-generaal Wattel concludeert dat het kantoorpand een woning is. De onroerende zaak heeft namelijk zijn aard als woonhuis niet verloren.
Samenvatting
X is eigenaar van een woning met een stal. De stal wordt in 2008-2009 verbouwd naar een kantoorruimte. Begin 2009 verleent de gemeente Gilze Rijen een tijdelijke vrijstelling van het bestemmingsplan, en mag de onroerende zaak gedurende maximaal vijf jaren voor zakelijke doeleinden worden gebruikt. Per 1 april 2009 verhuurt X het pand als kantoor. Het pand wordt in 2010 verkocht. In 2013 koopt X het pand weer terug. X stelt dat het pand als een woning ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.