Hof Arnhem-Leeuwarden, 02-02-2016, nr. 21-002071-15
ECLI:NL:GHARL:2016:10657
- Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
- Datum
02-02-2016
- Zaaknummer
21-002071-15
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHARL:2016:10657, Uitspraak, Hof Arnhem-Leeuwarden, 02‑02‑2016; (Verstek)
Cassatie: ECLI:NL:HR:2017:789, Niet ontvankelijk
Uitspraak 02‑02‑2016
Inhoudsindicatie
-
Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-002071-15
Uitspraak d.d.: 2 februari 2016
TEGENSPRAAK
Promis
Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen -na terugwijzing door de Hoge Raad der Nederlanden bij arrest van 13 januari 2015- op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Midden-Nederland van 2 januari 2013 in de in eerste aanleg gevoegde strafzaken, parketnummers 16-213641-12 en 16-213964-12, tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1976,
wonende te [woonplaats].
Het hoger beroep
Verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Op 6 augustus 2013 heeft dit hof verdachte veroordeeld voor het onder parketnummer 16-213641-12 onder primair en het onder parketnummer 16-213964-12 onder 1 primair tenlastegelegde tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden, met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft gezeten.
Bij arrest van 13 januari 2015 heeft de Hoge Raad het arrest van het hof vernietigd, doch uitsluitend voor wat betreft de beslissingen ter zake van het onder 1 primair tenlastegelegde in de zaak met parketnummer 16-213964-12 en de strafoplegging, en de zaak teruggewezen naar dit hof. Thans zijn derhalve enkel nog het onder parketnummer 16-213964-12 onder 1 tenlastegelegde en de strafoplegging (voor het geheel) aan het oordeel van het hof onderworpen.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is -na terugwijzing van de zaak door de Hoge Raad- gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 19 januari 2016 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd. Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen namens verdachte door zijn raadsman, mr. M.H.H. Meulemeesters, naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep - voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen - vernietigen omdat het tot een andere strafoplegging komt en daarom opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is -na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in hoger beroep- tenlastegelegd dat:
Zaak met parketnummer 16-213964-12 (gevoegd):Feit 1 primairhij op of omstreeks 4 september 2012, in elk geval in of omstreeks de periode van 4 tot 18 september 2012, te Utrecht opzettelijk een (dames)fiets (ter waarde van 699 euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de firma [A], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welk(e) goed(eren) verdachte anders dan door misdrijf, te weten als potentieel koper en/of om een proefrit mee te maken, onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;Feit 1 subsidiair:hij op of omstreeks 4 september 2012 te Utrecht met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [betrokkene] en/of een (andere) medewerker van de firma [A] heeft bewogen tot de afgifte van een (dames)fiets (ter waarde van 699 euro), in elk geval van enig goed, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid gezegd dat hij die fiets (mogelijk) wilde kopen voor zijn vrouw en/of gezegd dat hij een proefrit op die fiets wilde maken en/of zich (daartoe) gelegitimeerd met een identiteitskaart die zijn geldigheid had verloren (omdat verdachte aangifte had gedaan van vermissing van die identiteitskaart), waardoor [betrokkene] en/of die (andere) medewerker van de firma [A] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Overweging met betrekking tot het bewijs
De raadsman van verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep aangevoerd dat verdachte ontkent betrokken te zijn geweest bij het tenlastegelegde en dat sprake geweest kan zijn van identiteitsfraude. Voorts heeft de raadsman aangevoerd dat uit het dossier niet kan worden afgeleid dat verdachte zich de fiets wederrechtelijk heeft toegeëigend.
Het hof is van oordeel dat deze verweren, strekkende tot vrijspraak van tenlastegelegde, worden weersproken door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.
Uit die bewijsmiddelen leidt het hof af dat verdachte op 4 september 2012 op een vouwfiets aankwam bij de firma [A]. De vouwfiets gooide hij tussen andere fietsen die in de fietsenstalling voor de winkel stonden. Vervolgens vertelde verdachte dat hij een fiets wilde proberen omdat zijn vrouw de volgende dag jarig was en hij een fiets voor haar wilde kopen. Hij wilde graag een proefrit maken op de Union Karma. Verdachte zei dat hij met tien minuten terug zou zijn en dat hij de fiets aan zijn vrouw zou laten zien. Op 18 september 2012 had verdachte de fiets nog steeds niet teruggebracht. De vouwfiets waarop verdachte op 4 september 2012 naar de winkel was gekomen, is door een medewerker in de winkel gezet en - zo begrijpt het hof - niet weer opgehaald door verdachte.
Nu verdachte ondanks zijn uitlatingen de fiets na 14 dagen nog niet heeft teruggebracht, is het hof van oordeel dat naar de uiterlijke verschijningsvorm de gedragingen van verdachte, in combinatie met de omstandigheid dat een proefrit op een fiets over het algemeen - tenzij anders is afgesproken - van korte duur is, zozeer zijn gericht op het als heer en meester over de fiets beschikken dat het niet anders kan dan dat verdachte zich de fiets wederrechtelijk heeft toegeëigend. Daar komt bij dat verdachte geen verklaring heeft gegeven voor de lange duur van de proefrit en ook overigens niets naar voren is gekomen dat zou moeten leiden tot een andere conclusie.
Bewezenverklaring
Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel -ook in onderdelen- slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het in de zaak met parketnummer 16-213964-12 onder 1 primair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
hij op of omstreeks 4 september 2012, in elk geval in of omstreeks de periode van 4 tot 18 september 2012, te Utrecht opzettelijk een (dames)fiets (ter waarde van 699 euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de firma [A], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welk(e) goed(eren) verdachte anders dan door misdrijf, te weten als potentieel koper en/of om een proefrit mee te maken, onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het in de zaak met parketnummer 16-213964-12 onder 1 primair bewezen verklaarde levert op:
Verduistering.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf en/of maatregel
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
De strafoplegging ziet op het geheel van de bewezenverklaarde feiten in de zaak met parketnummer 16-213641-12 onder primair en het in de zaak met parketnummer 16‑213964-12 onder 1 primair.
Het hof heeft bij de straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen -en vindt daarin de redenen die tot de keuze van een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van de hierna aan te geven duur leiden- de navolgende omstandigheden.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan de diefstal van twee mobiele telefoons en de verduistering van een damesfiets. Dergelijke feiten veroorzaken schade en overlast.
Blijkens het uittreksel uit de justitiële documentatie van 21 december 2015 is verdachte eerder veroordeeld wegens vermogensdelicten, hetgeen hem er niet van heeft weerhouden de onderhavige feiten te plegen. Bij de strafoplegging heeft het hof in het voordeel van verdachte rekening gehouden met het tijdsverloop sinds het bewezenverklaarde.
Alles afwegende acht het hof oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van zes weken, met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, passend en geboden.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 57, 63, 310 en 321 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen en doet in zoverre opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 16-213964-12 onder 1 primair ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het in de zaak met parketnummer 16-213964-12 onder 1 primair bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte ten aanzien van het in de zaak met parketnummer 16-213641-12 onder primair en het in de zaak met parketnummer 16-213964-12 onder 1 primair bewezenverklaarde tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) weken.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Aldus gewezen door
mr. M.E. van Wees, voorzitter,
mr. M. Keppels en mr. M.S. Groenhuijsen, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. N.D. Mavus-ten Elshof, griffier,
en op 2 februari 2016 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr. M.S. Groenhuijsen is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
Proces-verbaal van het in dezelfde zaak voorgevallene ter openbare terechtzitting van het gerechtshof van 2 februari 2016.
Tegenwoordig:
mr. M.E. van Wees, voorzitter,
mr. A.C.L. van Holland, advocaat-generaal,
mr. I.I.D. Leene, griffier.
De voorzitter doet de zaak uitroepen.
De verdachte is niet in de zaal van de terechtzitting aanwezig.
De voorzitter spreekt het arrest uit.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal, dat door de voorzitter en de griffier is vastgesteld en ondertekend.