Einde inhoudsopgave
Besluit algemene rechtspositie politie
Artikel 7
Geldend
Geldend vanaf 01-09-2020
- Bronpublicatie:
16-07-2020, Stb. 2020, 287 (uitgifte: 24-07-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-09-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-07-2020, Stb. 2020, 287 (uitgifte: 24-07-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Politierecht / Bijzondere onderwerpen
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Voor de aanstelling als adspirant, ambtenaar, aangesteld voor de uitvoering van de politietaak, vrijwilliger-aspirant, vrijwillige ambtenaar, aangesteld voor de uitvoering van de politietaak, en ambtenaar van de rijksrecherche, aangesteld voor de uitvoering van de politietaak komt uitsluitend in aanmerking degene die:
- a.
Nederlander is;
- b.
de door Onze Minister vast te stellen minimum leeftijd heeft bereikt;
- c.
voldoet aan bij regeling van Onze Minister te stellen eisen met betrekking tot het opleidingsniveau, de psychologische keuring en een geneeskundige keuring als bedoeld in artikel 1, onder a, van de Wet op de medische keuringen;
- d.
voldoet aan overige bij regeling van Onze Minister te stellen eisen.
2.
In afwijking van het eerste lid komt voor aanstelling als ambtenaar in opleiding, vrijwillige ambtenaar in opleiding, ambtenaar, aangesteld voor de uitvoering van de politietaak en vrijwillige ambtenaar, aangesteld voor de uitvoering van de politietaak, die enkel een krachtens artikel 2c, tweede lid, aangewezen politieopleiding heeft voltooid, uitsluitend in aanmerking degene die:
- a.
Nederlander is;
- b.
de door Onze Minister vast te stellen minimum leeftijd heeft bereikt;
- c.
voldoet aan bij ministeriële regeling te stellen eisen met betrekking tot het werk- en denkniveau en een psychologische keuring;
- d.
voldoet aan door het bevoegd gezag te stellen eisen met betrekking tot een geneeskundige keuring als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, van de Wet op de medische keuringen, indien aan de vervulling van de functie, bedoeld in artikel 2c, tweede lid, bijzondere eisen op het punt van de medische geschiktheid moeten worden gesteld;
- e.
voldoet aan overige bij ministeriële regeling te stellen eisen.
3.
Teneinde vast te stellen of de persoon, bedoeld in de aanhef van het eerste of tweede lid, in voldoende mate geschikt en bekwaam is voor de vervulling van de functie, kan het bevoegd gezag de gegevens die door de betrokkene desgevraagd zijn verstrekt, verifiëren en zo nodig aanvullen.
4.
Onze Minister kan ten aanzien van de aanstelling als ambtenaar van de rijksrecherche, die is aangesteld voor de politietaak, nadere regels vaststellen over het aantal dienstjaren dat deze ambtenaar werkzaam moet zijn geweest als ambtenaar, aangesteld voor de uitvoering van de politietaak.
5.
De betrokkene, die op grond van het eerste lid, onderdeel c, of het tweede lid, onderdeel d, is onderworpen aan een geneeskundige keuring, wordt bij aanstelling in een andere functie opnieuw aan een geneeskundige keuring onderworpen, indien betrokkene voor het vervullen van die functie aan andere medische eisen dient te voldoen dan voor de tot dusverre vervulde functie. Op deze keuring zijn de krachtens het eerste lid, onderdeel c, door Onze Minister onderscheidenlijk tweede lid, onderdeel d, door het bevoegd gezag gestelde eisen van toepassing.
6.
De betrokkene, bedoeld in de aanhef van het tweede lid, die bij aanstelling niet is onderworpen aan een geneeskundige keuring, wordt bij plaatsing in een andere functie als bedoeld in artikel 2c, tweede lid, aan een geneeskundige keuring onderworpen, indien aan de vervulling van die functie bijzondere eisen op het punt van de medische geschiktheid moeten worden gesteld. Op deze keuring zijn de krachtens het tweede lid, onderdeel d, door het bevoegd gezag gestelde eisen van toepassing.
7.
De ambtenaar, aangesteld voor de uitvoering van de politietaak en de vrijwillige ambtenaar, aangesteld voor de uitvoering van de politietaak, die enkel een krachtens artikel 2c, tweede lid, aangewezen politieopleiding heeft voltooid, volgt een krachtens artikel 2c, eerste lid, aangewezen politieopleiding uitsluitend, indien hij voldoet aan de vereisten, bedoeld in artikel 7, eerste lid.
8.
Een migrerende beroepsbeoefenaar die in het bezit is van een erkenning van beroepskwalificaties als bedoeld in artikel 5 van de Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties, (afgegeven ten aanzien van de te vervullen functie,) kan worden aangesteld als ambtenaar voor de uitvoering van de politietaak.