NJFS 2020/96
WOTS; tenuitvoerlegging Albanees vonnis tegen Albanees zonder binding met Nederland.
Rb. Amsterdam 30-07-2019, ECLI:NL:RBAMS:2019:5563
- Instantie
Rechtbank Amsterdam
- Datum
30 juli 2019
- Magistraten
Mrs. Ch.A. van Dijk, B. Vogel, J.A.A.G. de Vries
- Zaaknummer
13/736001-19
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Uitlevering en overlevering
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBAMS:2020:311, Uitspraak, Rechtbank Amsterdam, 23‑01‑2020
ECLI:NL:RBAMS:2019:5563, Uitspraak, Rechtbank Amsterdam, 30‑07‑2019
- Wetingang
Essentie
Overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen. Overdracht van de tenuitvoerlegging van een Albanees vonnis, terwijl veroordeelde de Albanese nationaliteit heeft en geen binding met Nederland.
1. Als de noodzakelijke binding van veroordeelde met Nederland in de vorm van een vaste woon- of verblijfplaats in Nederland ontbreekt, verbiedt art. 4 WOTS de tenuitvoerlegging. Indien de binding van de veroordeelde met de aangezochte Staat ontbreekt biedt het EVIG de mogelijkheid om – ter voorkoming van straffeloosheid – de tenuitvoerlegging van de straf over te nemen. Nu het EVIG daaraan in de weg staat, kan art. 4 WOTS geen toepassing vinden.
2. Weliswaar ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.