BNB 2016/167
Erfbelasting. Bedrijfsopvolgingsfaciliteit. Ondernemingsvermogen. Indirect gehouden aandelenbelang
HR 22-04-2016, ECLI:NL:HR:2016:705, m.nt. I.J.F.A. van Vijfeijken
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 april 2016
- Magistraten
Mrs. Koopman, Schaap, Fierstra, Groeneveld, Wortel
- Zaaknummer
15/02845
- Noot
I.J.F.A. van Vijfeijken
- JCDI
JCDI:ADS24244:1
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen (V)
Schenk- en erfbelasting / Erfbelasting
Inkomstenbelasting / Winst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:705, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑04‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑04‑2016
- Wetingang
Art. 35c lid 1 onderdeel c en lid 5 Successiewet 1956 (tekst 2010)
Essentie
Erfbelasting. Bedrijfsopvolgingsfaciliteit. Ondernemingsvermogen. Indirect gehouden aandelenbelang
Samenvatting
Belanghebbende was in gemeenschap van goederen gehuwd met de in 2010 overleden erflater. Tot de huwelijksgoederengemeenschap behoorde een belang van 6,89% in een BV. De BV is een houdstermaatschappij met belangen in diverse actieve vennootschappen over de hele wereld. In een van die vennootschappen, D Ltd, hield de BV ten tijde van het overlijden van erflater een belang van 70,6%. Niet in geschil is dat het belang van de BV in D Ltd in het verlengde ligt van de ondernemingsactiviteiten van de BV en dat de erflater in de overige door de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.