NJB 2017/1997:Opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven met het oogmerk een ander te dwingen iets te doen of niet te doen, art. 282a lid 1 Sr: de dader van het in de bepaling omschreven feit is slechts strafbaar indien hij handelt met het oogmerk een ander dan de gijzelaar te dwingen iets te doen of niet te doen. Wanneer de wederrechtelijke vrijheidsberoving strekt tot het dwingen van de gijzelaar zelf en niet van een derde om iets te doen of niet te doen, is geen sprake van gijzeling zoals bedoeld in art. 282a Sr