RvdW 2016/435
Afrekening op voet niet nagekomen verrekenbeding in samenlevingsovereenkomst; ingangsdatum wettelijke rente over vorderingen uit hoofde van verdeling resp. verrekening; analogie met finale verrekening bij huwelijkse voorwaarden. Hoger beroep; eisvermeerdering of -vermindering, art. 130 Rv jo 353 Rv.
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
25 maart 2016
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.M.J. van Buchem-Spapens, G. Snijders, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
14/03973
- Conclusie
A-G mr. P. Vlas
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht (V)
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:493, Uitspraak, Hoge Raad, 25‑03‑2016
ECLI:NL:PHR:2015:2479, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑12‑2015
ECLI:NL:HR:2015:1140, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑04‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:150, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑02‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 31‑07‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 15‑07‑2014
- Wetingang
Essentie
Afrekening op voet niet nagekomen verrekenbeding in samenlevingsovereenkomst; ingangsdatum wettelijke rente over vorderingen uit hoofde van verdeling resp. verrekening; analogie met finale verrekening bij huwelijkse voorwaarden. Hoger beroep; eisvermeerdering of -vermindering, art. 130 Rv jo 353 Rv.
Voor de verschuldigdheid van wettelijke rente over vorderingen uit hoofde van verdeling, respectievelijk verrekening, gelden uiteenlopende regels. Voor een vordering uit hoofde van verdeling geldt dat, zolang de verdeling van een tot de gemeenschap behorende bate niet is vastgesteld, een daarop gebaseerde vordering niet kan worden beschouwd als een vordering tot betaling van een geldsom ter zake waarvan de ...