RFR 2022/134
Kan de rechter het verzoek om een omgangsregeling afwijzen als een minderjarige zich in een justitieel beschermingsprogramma bevindt?
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
1 juli 2022
- Magistraten
Mrs. M.J. Kroeze, H.M. Wattendorff, S.J. Schaafsma, F.R. Salomons, K. Teuben
- Zaaknummer
21/04454
- Conclusie
A-G mr. M.L.C.C. Lückers
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS676863:1
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:986, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 01‑07‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:470, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑05‑2022
- Wetingang
Essentie
Kan de rechter het verzoek om een omgangsregeling afwijzen als een minderjarige zich in een justitieel beschermingsprogramma bevindt?
Samenvatting
De ouders waren met elkaar gehuwd en zijn na 14 jaar huwelijk gescheiden. Uit het huwelijk zijn 2 zonen geboren van thans respectievelijk 18 en 8 jaar oud. De rechtbank heeft het ouderlijk gezag van de vader over de jongste zoon beëindigd, zodat zijn moeder alleen met het gezag over hem is belast. Het hof heeft die beslissing bekrachtigd. De jongste zoon heeft zijn hoofdverblijf bij de moeder en al geruime tijd vindt er geen contact meer plaats tussen ...