Verdrag inzake de rechten van het kind
Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake de rechten van het kind:artikel 16
Verdrag inzake de rechten van het kind
Artikel 16
Geldend
Documentgegevens:
Geldend vanaf 02-09-1990
- Bronpublicatie:
20-11-1989, Trb. 1990, 170 (uitgifte: 30-11-1990, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
02-09-1990
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-11-1989, Trb. 1990, 170 (uitgifte: 30-11-1990, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Personen- en familierecht / Kinderbescherming
1.
Geen enkel kind mag worden onderworpen aan willekeurige of onrechtmatige inmenging in zijn of haar privéleven, in zijn of haar gezinsleven, zijn of haar woning of zijn of haar correspondentie, noch aan enige onrechtmatige aantasting van zijn of haar eer en goede naam.
2.
Het kind heeft recht op bescherming door de wet tegen zodanige inmenging of aantasting.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.