NJB 2020/1068
Beklag art. 552a Sv aangaande beslag ingevolge art. 13a WOTS waarbij de inhoud van het rechtshulpverzoek van de Libische autoriteiten niet aan de klaagsters bekend is gemaakt: de maatstaf om geen toepassing te geven aan art. 23 lid 5 Sv is of het onderzoek “ernstig wordt geschaad”. Hoewel niet blijkt dat de rechtbank deze maatstaf heeft aangelegd, casseert de Hoge Raad niet. Daartoe is in het bijzonder van belang dat de rechtbank bij de beoordeling niet de inhoud van het rechtshulpverzoek heeft betrokken, terwijl de rechtbank wel alle klachten heeft besproken en gemotiveerd heeft vastgesteld dat is voldaan aan de voorwaarden die in artikel 13a WOTS aan beslagneming zijn gesteld
HR 14-04-2020, ECLI:NL:HR:2020:659
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
14 april 2020
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend en M. Kuijer
- Zaaknummer
19/02302
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Internationaal strafrecht / Justitiële en politionele samenwerking
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:659, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 14‑04‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:58, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑01‑2020
- Wetingang
Essentie
Beklag art. 552a Sv aangaande beslag ingevolge art. 13a WOTS waarbij de inhoud van het rechtshulpverzoek van de Libische autoriteiten niet aan de klaagsters bekend is gemaakt: de maatstaf om geen toepassing te geven aan art. 23 lid 5 Sv is of het onderzoek “ernstig wordt geschaad”. Hoewel niet blijkt dat de rechtbank deze maatstaf heeft aangelegd, casseert de Hoge Raad niet. Daartoe is in het bijzonder van belang dat de rechtbank bij de beoordeling niet de inhoud van het rechtshulpverzoek heeft betrokken, terwijl de rechtbank wel alle klachten heeft besproken en gemotiveerd ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.