WR 2021/125
Huurprijs woonruimte – procesrecht: prejudiciële beslissing; een partij stelt tijdig vordering tegen uitspraak huurcommissie in, fictieve wilsovereenkomst vervalt in het geheel (vervolg op WR 2021/27)
HR 23-04-2021, ECLI:NL:HR:2021:657
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
23 april 2021
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, T.H. Tanja-van den Broek, C.H. Sieburgh, F.J.P. Lock, A.E.B. ter Heide
- Zaaknummer
20/03517
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:657, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 23‑04‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:76, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑01‑2021
- Wetingang
Art. 7:262 BW
Essentie
Huurprijs woonruimte – procesrecht: prejudiciële beslissing; een partij stelt tijdig vordering tegen uitspraak huurcommissie in, fictieve wilsovereenkomst vervalt in het geheel (vervolg op WR 2021/27)
Samenvatting
Het huurrechtelijk systeem en/of analoge toepassing van art. 339 lid 3 Rv brengt mee dat als (in conventie) tijdig tegen een uitspraak van de huurcommissie is opgekomen als bedoeld in art. 7:262 BW, daarmee de fictieve wilsovereenkomst tussen partijen geheel is komen te vervallen en dat de wederpartij in alle gevallen (dus onafhankelijk van het door de huurcommissie besliste punt waartegen in conventie is opgekomen) ook ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.