Einde inhoudsopgave
Vreemdelingencirculaire 2000 (B)
9.1 Beleidsregels
Geldend
Geldend vanaf 01-09-2017
- Bronpublicatie:
29-08-2017, Stcrt. 2017, 50078 (uitgifte: 31-08-2017, regelingnummer: WBV 2017/8)
- Inwerkingtreding
01-09-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-08-2017, Stcrt. 2017, 50078 (uitgifte: 31-08-2017, regelingnummer: WBV 2017/8)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht (V)
9.1.1. Algemene voorwaarden
Geldig document voor grensoverschrijding
De IND verleent vrijstelling van het vereiste over een geldig document voor grensoverschrijding te beschikken als wordt voldaan aan alle volgende voorwaarden:
- •
de vreemdeling verblijft in Nederland;
- •
er bestaat voldoende inzicht in de identiteit en nationaliteit van de vreemdeling. De autoriteiten van het land waarvan de vreemdeling onderdaan is betwisten de identiteit en nationaliteit van de vreemdeling niet;
- •
de vreemdeling toont aan dat de enige mogelijkheid voor de afgifte of verlenging van een geldig document voor grensoverschrijding vereist dat de vreemdeling in persoon terugkeert naar het land van herkomst;
- •
als gevolg van stopzetting van de medische behandeling ontstaat een medische noodsituatie; en
- •
de behandeling van de medische aandoening kan niet plaatsvinden in het land van herkomst.
Middelenvereiste
De IND wijst de aanvraag voor een verblijfsvergunning af als de vreemdeling niet over voldoende middelen van bestaan beschikt voor de kosten van het levensonderhoud gedurende het voorgenomen verblijf in Nederland.
De IND wijst de aanvraag af als de kosten die verbonden zijn aan het verblijf van de vreemdeling in Nederland in verband met de medische behandeling met algemene middelen worden gefinancierd.
De IND wijst de aanvraag voor een verblijfsvergunning niet af als artikel 3.46, vierde lid, Vb van toepassing is.
Beletselen in de zin van artikel 64 Vw
Met een jaar direct voorafgaand aan de aanvraag, zoals bedoeld in artikel 3.46, vierde lid, Vb, bedoelt de IND dat sprake moet zijn van één aaneengesloten jaar uitstel van vertrek op grond van artikel 64 Vw direct voordat de vreemdeling de aanvraag indient voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd voor het ondergaan van een medische behandeling.
De IND verleent geen verblijfsvergunning regulier medisch als de vreemdeling onvoldoende actief heeft gewerkt aan:
- •
het verkrijgen van garanties voor toegang tot medische zorg in het land van herkomst;
- •
het realiseren van zijn vertrek.
Paragraaf A3/7.3.1 Vc is van overeenkomstige toepassing.
Van onvoldoende meewerken is in ieder geval sprake als de vreemdeling:
- •
Heeft geweigerd een medisch dossier over te leggen ter vertaling voor medicus in land van herkomst;
- •
Geen serieuze poging heeft verricht om reispapieren te regelen;
- •
Niet heeft meegewerkt aan het vaststellen van zijn identiteit.
De DT&V stelt vast of er sprake is van voldoende medewerking door de vreemdeling.
Tijdig ingediende aanvraag
De vreemdeling draagt zelf de volledige verantwoordelijkheid voor de tijdige indiening van de aanvraag. Als de vreemdeling de aanvraag voor de verblijfsvergunning niet tijdig indient, is er geen sprake meer van een jaar uitstel van vertrek op grond van artikel 64 Vw direct voorafgaande aan de aanvraag.
De IND beschouwt de aanvraag als tijdig ingediend als de vreemdeling de aanvraag bij de IND indient in de periode tussen:
- •
28 dagen voor het eindigen van het jaar rechtmatig verblijf op grond van artikel 64 Vw; en
- •
28 dagen na het eindigen van het jaar rechtmatig verblijf op grond van artikel 64 Vw.
Niet tijdig ingediende aanvraag maar niet toerekenbaar
Als de vreemdeling de aanvraag later indient dan 28 dagen nadat het rechtmatig verblijf op grond van artikel 64 Vw is geëindigd, dan beschouwt de IND de aanvraag als tijdig, als de te late indiening van de aanvraag niet aan de vreemdeling is toe rekenen. In deze gevallen geeft de IND toepassing aan artikel 3.46, vierde lid, Vb. De IND vindt in ieder geval dat de volgende omstandigheden geen verschoonbare redenen zijn voor de te late indiening:
- •
de vreemdeling geeft aan dat de IND hem er niet op heeft gewezen dat zijn rechtmatig verblijf binnenkort eindigt en dat hij een aanvraag indienen; of
- •
de vreemdeling geeft aan meer tijd nodig te hebben om de voor de aanvraag benodigde bewijsmiddelen te verzamelen.
Ingangsdatum van de verblijfsvergunning
De IND verleent de verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd in verband met medische behandeling met als ingangsdatum de datum van de aanvraag van de verblijfsvergunning.
Als de vreemdeling de voor de aanvraag relevante gegevens na het indienen van de aanvraag heeft aangeleverd, dan geldt als ingangsdatum de datum, waarop de vreemdeling zijn aanvraag compleet heeft gemaakt.
Daarnaast geldt het volgende:
- •
Als de vreemdeling de aanvraag indient na 28 dagen voor het eindigen van het jaar rechtmatig verblijf, maar voor de datum waarop het rechtmatige verblijf grond van artikel 64 Vw eindigt, verleent de IND de verblijfsvergunning niet eerder dan met ingang van de datum waarop het jaar rechtmatig verblijf op grond van artikel 64 Vw eindigt;
- •
Als de vreemdeling de aanvraag indient na de datum waarop het rechtmatige verblijf grond van artikel 64 Vw eindigt, maar binnen 28 dagen na het eindigen van het jaar rechtmatig verblijf, verleent de IND de verblijfsvergunning altijd met een onderbreking in het verblijfsrecht;
- •
Als de vreemdeling de aanvraag indient voor het einde van het jaar rechtmatig verblijf op grond van art. 64 Vw, verleent de IND de verblijfsvergunning met onderbreking in het verblijfsrecht, als de vreemdeling nadat het rechtmatig verblijf op grond van artikel 64 Vw is geëindigd aantoont aan alle voorwaarden te voldoen.
Bij onderbreking in het verblijfsrecht van de vreemdeling telt de IND de voorgaande periode van rechtmatig verblijf op grond van artikel 8, onder j, Vw niet mee voor de periode van drie jaar rechtmatig verblijf die nodig is om aanspraak te maken op een verblijfsvergunning onder de beperking ‘niet tijdelijk humanitair’ (zie in dit verband paragraaf B9/8 Vc).
9.1.2. Meest aangewezen land
De IND beschouwt Nederland uitsluitend als het meest aangewezen land voor het ondergaan van een noodzakelijke medische behandeling, als bedoeld in artikel 3.46 Vb, als de vreemdeling voldoet aan elk van de voorwaarden die genoemd worden in de op de vreemdeling toepasselijke situatie van de hier, onder 1 t/m 5 genoemde situaties:
- 1.
Nederland heeft internationaal gezien een bijzonder specialisme voor de medische noodzakelijke behandeling van de betreffende aandoening.
- 2
- a.
de vreemdeling verblijft ten minste vijf jaar al dan niet rechtmatig in Nederland;
- b.
er is sprake van medische klachten waarvan de behandeling niet in het land van herkomst, of een ander land waar de vreemdeling naar kan vertrekken, kan plaatsvinden;
- c.
stopzetting van de medische behandeling veroorzaakt een medische noodsituatie; en
- d.
de medische behandeling vindt ten minste één jaar plaats.
- 3
- a.
de vreemdeling is in Nederland;
- b.
er is sprake van medische klachten waarvan de behandeling niet in het land van herkomst of een ander land waar de vreemdeling naar kan vertrekken, kan plaatsvinden;
- c.
stopzetting van de medische behandeling veroorzaakt een medische noodsituatie; en
- d.
de medische behandeling ter voorkoming van het ontstaan van deze medische noodsituatie zal naar verwachting langer dan één jaar duren.
- 4
- a.
de vreemdeling verblijft langdurig in Nederland op grond van artikel 8, aanhef en onder a tot en met e, dan wel l, Vw; en
- b.
de vreemdeling ondergaat in Nederland een medisch noodzakelijke behandeling.
- 5
- a.
de vreemdeling is zwanger;
- b.
de vreemdeling is hier te lande woonachtig;
- c.
uit het BMA-advies blijkt dat het verlenen van specialistische prenatale zorg medisch noodzakelijk is;
- d.
er is sprake van een naar internationaal privaatrecht geldig huwelijk of een (geregistreerd) partnerschap; en
- e.
de partner of echtgenoot van de vreemdeling is Nederlander of verblijft in Nederland op grond van artikel 8, aanhef en onder a tot en met e, dan wel l, Vw.
Ad 2b. en 3b.
Het gestelde in Paragraaf A3/7.1.3 en A3/7.1.4 Vc is van overeenkomstige toepassing.
Ad 3d.
De IND verleent geen verblijfsvergunning, maar uitstel van vertrek op grond van artikel 64 Vw als de medische behandeling ter voorkoming van deze medische noodsituatie één jaar of korter zal duren (zie hoofdstuk A3/7 Vc).
Ad 4.
Onder langdurig verblijf verstaat de IND: verblijf voor een periode van ten minste vijf jaar, waarbij de IND onderbrekingen in het verblijfsrecht van minder dan een half jaar niet tegenwerpt.
9.1.3. Medische noodsituatie
Het gestelde in Paragraaf A3/7.1.3 Vc is van overeenkomstige toepassing.
9.1.4. Noodzakelijke medische behandeling
De IND betrekt het advies van het BMA bij de beoordeling van de vraag of de medische behandeling noodzakelijk is, als bedoeld in artikel 3.46 Vb.
9.1.5. Deugdelijke financiering van de medische behandeling
De IND beschouwt een toereikende ziektekostenverzekering als deugdelijke financiering van de medische behandeling als bedoeld in artikel 3.46 Vb. De IND beschouwt een ziektekostenverzekering in ieder geval niet als toereikend als:
- •
de ziektekostenverzekering uit de algemene middelen wordt betaald; of
- •
de premie van de ziektekostenverzekering wordt voldaan uit een uitkering die ten laste komt van de algemene middelen.
De IND wijst de aanvraag voor een verblijfsvergunning af bij niet deugdelijke financiering van de medische behandeling.
9.1.6. Raadplegen MBA
Paragraaf A3/7.2.6 Vc is van overeenkomstige toepassing.
9.1.7. Feitelijke toegankelijkheid
Paragraaf A3/7.1.5 Vc is van overeenkomstige toepassing.
9.1.8. Artikel 64 Vw
De IND beoordeelt ambtshalve bij afwijzing van een aanvraag voor medische behandeling of aan de vreemdeling uitstel van vertrek op grond van artikel 64 Vw verleend moet worden. Hoofdstuk A3/7 Vc is in dat geval van toepassing.
De IND past artikel 64 Vw toe voor de duur van het reisbeletsel met als maximum een jaar.
9.1.9. Opvang in afwachting van definitieve besluitvorming op een aanvraag voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd verband houdend met medische behandeling
Het gestelde in paragraaf A3/7.2.5 Vc is van overeenkomstige toepassing.
De vreemdeling moet daarbij een geldig document voor grensoverschrijding hebben overgelegd (paragraaf B8/9.1.1 Vc is van overeenkomstige toepassing);