NJB 2014/376
Exequaturprocedure art. 31 WOTS: deze bepaling impliceert (a) dat de exequaturrechter de in het buitenland opgelegde sanctie, zonder de duur of omvang daarvan te overschrijden, in beginsel dient te vervangen door een straf of maatregel die naar Nederlandse maatstaven en opvattingen geacht wordt te beantwoorden aan de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het is gepleegd en de persoon van de dader, zij het dat de rechter bij die vervanging tevens rekening dient te houden met internationale gevoeligheden, en (b) dat hij in voorkomend geval onder de bijzondere redenen die de straf hebben bepaald, dient te vermelden waarom hij tot een lagere strafoplegging is gekomen
HR 28-01-2014, ECLI:NL:HR:2014:177
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
28 januari 2014
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, V. van den Brink
- Zaaknummer
13/03081
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Overdracht en overname strafvervolging
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:177, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 28‑01‑2014
ECLI:NL:PHR:2013:2421, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑12‑2013
- Wetingang
Essentie
Exequaturprocedure art. 31 WOTS: deze bepaling impliceert (a) dat de exequaturrechter de in het buitenland opgelegde sanctie, zonder de duur of omvang daarvan te overschrijden, in beginsel dient te vervangen door een straf of maatregel die naar Nederlandse maatstaven en opvattingen geacht wordt te beantwoorden aan de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het is gepleegd en de persoon van de dader, zij het dat de rechter bij die vervanging tevens rekening dient te houden met internationale gevoeligheden, en (b) dat hij in voorkomend geval onder de bijzondere redenen die de straf hebben bepaald, dient te vermelden waarom ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.