NJB 2020/2646
Wettelijke handelsrente. Onverschuldigde betaling. Vordering van het mindere. Hoge Raad: De wettelijke handelsrente ziet niet op een vordering uit onverschuldigde betaling. Nu eiser de wettelijke handelsrente heeft gevorderd, dient te worden aangenomen dat hij tevens aanspraak maakt op het mindere, te weten de wettelijke rente
HR 30-10-2020, ECLI:NL:HR:2020:1710
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
30 oktober 2020
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, A.M.J. van BuchemSpapens, C.H. Sieburgh
- Zaaknummer
19/02259
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overige verbintenissen
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1710, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 30‑10‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:608, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑06‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 01‑11‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 31‑05‑2019
- Wetingang
(art. 6:119, 6:119a BW)
Essentie
Wettelijke handelsrente. Onverschuldigde betaling. Vordering van het mindere. Hoge Raad: De wettelijke handelsrente ziet niet op een vordering uit onverschuldigde betaling. Nu eiser de wettelijke handelsrente heeft gevorderd, dient te worden aangenomen dat hij tevens aanspraak maakt op het mindere, te weten de wettelijke rente
Partij(en)
Q-Park, adv. mrs. R.P.J.L. Tjittes en J.P. Heering, vs. Deka, adv. mr. J.W.H. van Wijk
Uitspraak
Feiten en procesverloop
In een ‘parkeerovereenkomst’ staat dat Deka in bepaalde gevallen ‘beschikbaarheidsvergoeding’ aan Q-Park moet betalen. Deka heeft bedragen aan beschikbaarheidsvergoeding aan Q-Park betaald. In dit geding heeft Deka gevorderd dat Q-Park wordt veroordeeld tot ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.