RO 2020/18
Handelt een bestuurder onrechtmatig jegens onbetaald gebleven schuldeisers als hij het faillissement van de vennootschap heeft aangevraagd en daarna een schuldeiser selectief betaalt?
HR 17-01-2020, ECLI:NL:HR:2020:73
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
17 januari 2020
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, C.E. du Perron, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
18/01948
- Conclusie
A-G mr. G.R.B. van Peursem
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS194442:1
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:73, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 17‑01‑2020
ECLI:NL:PHR:2019:798, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑07‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 15‑06‑2018
- Wetingang
Art. 42, 43 Fw; art. 6:162 BW
Essentie
Bestuurdersaansprakelijkheid.
Handelt een bestuurder onrechtmatig jegens onbetaald gebleven schuldeisers als hij het faillissement van de vennootschap heeft aangevraagd en daarna een schuldeiser selectief betaalt? (Kromme Leek BV)
Samenvatting
A B.V. handelde in vlees en gevogelte. Verweerster 1 was haar bestuurder en verweerster 2 was op haar beurt enig bestuurder van verweerster 1. A is op 6 januari 2015 op verzoek van verweerster 1 in staat van faillissement verklaard. D B.V. exploiteerde van 4 maart 2014 tot 9 januari 2015 een uitzendbureau. In die periode was verweerster 1 enig aandeelhouder en bestuurder van D. Limes bracht op ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.