FED 2023/76
Kwalificatie van certificaten als lucratief belang als bedoeld in artikel 3.92b, vierde lid, Wet inkomstenbelasting 2001. 10%-criterium. Gegrondverklaring en verwijzing door de Hoge Raad.
HR 14-04-2023, ECLI:NL:HR:2023:557, m.nt. mr. G.J.W. Kinnegim
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
14 april 2023
- Magistraten
Mrs. Van Hilten, Feteris, Fierstra, Faase, Van Eijsden
- Zaaknummer
20/04413
- Conclusie
A-G Niessen
- Noot
mr. G.J.W. Kinnegim
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS706844:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Resultaat uit overige werkzaamheden
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:557, Uitspraak, Hoge Raad, 14‑04‑2023
Beroepschrift, Hoge Raad, 14‑04‑2023
Beroepschrift, Hoge Raad, 14‑04‑2023
ECLI:NL:PHR:2021:926, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑10‑2021
- Wetingang
Art. 3.92b lid 1 en 4 Wet IB 2001
Essentie
Kwalificatie van certificaten als lucratief belang als bedoeld in artikel 3.92b, vierde lid, Wet inkomstenbelasting 2001. 10%-criterium. Gegrondverklaring en verwijzing door de Hoge Raad.
Samenvatting
Het geschil betreft de kwalificatie van certificaten die door belanghebbende (een voormalig CFO) mede als beloning voor werkzaamheden zijn verkregen, als lucratief belang als bedoeld in artikel 3.92b, lid 4, Wet inkomstenbelasting 2001. Belanghebbende heeft een negatief resultaat uit overige werkzaamheden in aanmerking genomen in de aangifte inkomstenbelasting/PVV over 2014 vanwege een afwaardering van de certificaten tot EUR 1. De inspecteur heeft dit negatieve resultaat niet geaccepteerd omdat geen sprake ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.