Alle omstandigheden van het geval
Einde inhoudsopgave
Alle omstandigheden van het geval (O&R nr. 77) 2013/8.2.2:8.2.2 Beantwoording van subvraag B
Alle omstandigheden van het geval (O&R nr. 77) 2013/8.2.2
8.2.2 Beantwoording van subvraag B
Documentgegevens:
mr. P.T.J. Wolters, datum 01-03-2013
- Datum
01-03-2013
- Auteur
mr. P.T.J. Wolters
- JCDI
JCDI:ADS305807:1
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Algemeen
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Subvraag B luidt als volgt: spelen de omstandigheden die de werking van de redelijkheid en billijkheid beïnvloeden ook een rol op andere plaatsen in het recht? Ik ben bij de beantwoording van deze subvraag uitgegaan van de volgende hypothese: iedere factor speelt ook een rol op een andere plaats in het Nederlandse recht.
De behandeling van iedere factor bevat ten minste één voorbeeld van de invloed van de factor buiten de redelijkheid en billijkheid. Een verwijtbare gedraging beïnvloedt bijvoorbeeld de werking van de redelijkheid en billijkheid. Zij is daarnaast in strijd met de maatschappelijke betamelijkheid.1
De hypothese bij subvraag B is vooralsnog niet gefalsificeerd. Subvraag B dient, wat betreft de in dit proefschrift onderzochte omstandigheden, positief te worden beantwoord. Ja, de omstandigheden die de werking van de redelijkheid en billijkheid beïnvloeden, spelen ook een rol op andere plaatsen in het recht. Hierbij moet echter rekening worden gehouden met de in § 8.2.1 besproken beperkingen. Een verdere onderverdeling van de factoren kan laten zien dat er relevante omstandigheden bestaan die geen rol spelen op andere plaatsen in het recht. Toekomstige bronnen kunnen deze omstandigheden ook blootleggen.
De positieve beantwoording van subvraag B laat zien dat er geen onoverbrugbare kloof bestaat tussen de redelijkheid en billijkheid en andere onderdelen van het recht. De werking van de redelijkheid en billijkheid is afhankelijk van dezelfde omstandigheden als de werking van de andere delen van het recht. Dit verbaast niet. Zowel de redelijkheid en billijkheid als de andere delen van het recht stimuleert de rechtvaardigheid.2 Wat rechtvaardig is in het kader van de redelijkheid en billijkheid, is ook rechtvaardig in het kader van de andere delen van het recht.