NJB 2015/6:Koop. Vervolg op HR 3 december 2010, ECLI:NL:HR:2010:BO0183, NJ 2010/652. De koper weigert de gefactureerde koopprijs te betalen. HR: 1. Verzuim. De stelling dat een vordering opeisbaar is geworden, impliceert nog geen verzuim van de schuldenaar. 2. Geding na cassatie en verwijzing. Devolutieve werking. Het verwijzingshof diende alsnog een bepaald in eerste aanleg gevoerd verweer te beoordelen, omdat na cassatie en verwijzing een bepaalde grief alsnog gegrond was bevonden. 3. Kenbaarheidsvereiste. Het hof kon oordelen dat in het onderhavige geval de verwijzing door een procespartij naar stukken uit een ander geding voldoende duidelijk en gespecificeerd voor de wederpartij was om zich daartegen te kunnen verweren. 4. Klachtplicht. a. Stelplicht en bewijslast. De stelplicht en bewijslast met betrekking tot de feiten die een beroep op de klachtplicht kunnen dragen, rusten in beginsel op de schuldenaar (verkoper), maar er geldt in zoverre een bijzondere regel van bewijslastverdeling dat, indien de schuldenaar (verkoper) een beroep op de klachtplicht doet, het op de weg van de schuldeiser (koper) ligt om gemotiveerd te stellen en zo nodig te bewijzen dat en op welk tijdstip hij heeft geklaagd. b. Feitelijke grondslag. Het hof was niet gehouden – en het stond het hof zelfs niet vrij – ambtshalve te onderzoeken of de verkoper relevant nadeel heeft gehad van het tijdsverloop, hoezeer ook die omstandigheid vaak van groot belang kan zijn