WR 2021/167
230a-bedrijfsruimte – procesrecht – schadevergoeding: uitleg; bewijslast; bewijsrisico; bewijsvermoeden dat brandschade is ontstaan door toerekenbare tekortkoming van huurder ontzenuwd
Hof Amsterdam 10-08-2021, ECLI:NL:GHAMS:2021:2430, m.nt. J.J. Dijk
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
10 augustus 2021
- Magistraten
Mrs. L.A.J. Dun, E.M. Polak, M.A.J.G. Janssen
- Zaaknummer
200.273.955/01
- Noot
J.J. Dijk
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS502152:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Huurrecht / Algemeen
Huurrecht / Bijzondere onderwerpen
Huurrecht / Huur van bedrijfsruimte
Huurrecht / Verplichtingen huurder en verhuurder
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHAMS:2021:2430, Uitspraak, Hof Amsterdam, 10‑08‑2021
- Wetingang
Art. 7:218 BW; art. 150 Rv
Essentie
230a-bedrijfsruimte – procesrecht – schadevergoeding: uitleg; bewijslast; bewijsrisico; bewijsvermoeden dat brandschade is ontstaan door toerekenbare tekortkoming van huurder ontzenuwd
Samenvatting
Partijen verschillen van mening over de implicaties van artikel 15 lid 1 van de huurovereenkomst “De huurder is aansprakelijk voor schade van welke aard dan ook aan het gehuurde, die is ontstaan door een hem toe te rekenen tekortkomen in de nakoming van enige verplichting die uit de huurovereenkomst voortvloeit. Alle schade wordt vermoed daardoor te zijn ontstaan.”. Bij de uitleg van die bepaling wordt aangesloten bij de wetsgeschiedenis van artikel 7:218 lid 1-2 BW. In tegenstelling tot de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.