JOR 2014/198
Loonvordering werknemer gebaseerd op artikel 403-verklaring niet bevoorrecht
HR 11-04-2014, ECLI:NL:HR:2014:898 (Hertogs/Deterink)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
11 april 2014
- Magistraten
F.B. Bakels
- Zaaknummer
13/02589
- Roepnaam
Hertogs/Deterink
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Ondernemingsrecht (V)
Vermogensrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht (V)
Insolventierecht (V)
EU-recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:898, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 11‑04‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:93, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑02‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 01‑05‑2013
- Wetingang
BW art. 2:403, 3:278, 3:288, 6:142
Essentie
Loonvordering werknemer gebaseerd op artikel 403-verklaring niet bevoorrecht
Samenvatting
Op 11 november 2003 heeft Econcern NV (hierna: Econcern) een artikel 403-verklaring gedeponeerd welke inhoudt dat zij zich hoofdelijk aansprakelijk stelt voor uit rechtshandelingen voortvloeiende schulden van haar dochtermaatschappij Evelop BV (hierna: Evelop). Econcern en Evelop zijn inmiddels failliet verklaard. X (eiseres) was in dienst bij Evelop en heeft na het faillissement van Evelop haar vordering ingediend in het faillissement van Econcern. De rechtbank heeft geoordeeld dat geen voorrecht verbonden is aan de vordering van X op Econcern. Het cassatiemiddel richt zich tegen dit oordeel van de rechtbank. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.