NJB 2022/26
Herzieningsaanvraag naar aanleiding van EHRM 19 april 2021, nr. 2205/16 (Keskin/ Nederland), art. 457 lid 1, aanhef en onder b, Sv: voor de beantwoording van de vraag of herziening noodzakelijk is met het oog op het rechtsherstel als bedoeld in art. 41 EVRM, is niet van belang of bij het opnieuw berechten van de zaak ook een andere uitkomst van de strafzaak is te verwachten. De Hoge Raad verklaart de herzieningsaanvraag gegrond.
HR 14-12-2021, ECLI:NL:HR:2021:1884
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
14 december 2021
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, M.J. Borgers, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
21/02619
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1884, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 14‑12‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:1032, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑11‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑06‑2021
- Wetingang
Essentie
Herzieningsaanvraag naar aanleiding van EHRM 19 april 2021, nr. 2205/16 (Keskin/ Nederland), art. 457 lid 1, aanhef en onder b, Sv: voor de beantwoording van de vraag of herziening noodzakelijk is met het oog op het rechtsherstel als bedoeld in art. 41 EVRM, is niet van belang of bij het opnieuw berechten van de zaak ook een andere uitkomst van de strafzaak is te verwachten. De Hoge Raad verklaart de herzieningsaanvraag gegrond.
Uitspraak
Inleiding
Aanvraag tot herziening van een in kracht van gewijsde gegaan arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 30 september 2014, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.