NJFS 2020/51
Aan inhouse lawyers komt geen verschoningsrecht toe, nu hun onafhankelijkheid ten opzichte van het bedrijf onvoldoende is gewaarborgd.
Rb. Rotterdam 07-10-2019, ECLI:NL:RBROT:2019:7856
- Instantie
Rechtbank Rotterdam
- Datum
7 oktober 2019
- Magistraten
Mr. D.C.J. Peeck
- Zaaknummer
10/997376-16 16/605
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Voorfase
Juridische beroepen / Advocaat
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBROT:2019:7856, Uitspraak, Rechtbank Rotterdam, 07‑10‑2019
- Wetingang
Essentie
Verschoningsrecht. De bij bedrijf X in Nederland in dienstbetrekking werkzame buitenlandse advocaten zijn bezoekende advocaten als bedoeld in art 16f Advocatenwet. Zij zijn gebonden aan de verordeningen van de Nederlandse Orde van Advocaten, waaruit de verplichting voortvloeit om het professioneel statuut te ondertekenen om de onafhankelijkheid van de advocaat te waarborgen en om ervoor te zorgen dat de advocaat zich onbelemmerd kan houden aan de beroeps- en gedragsregels van de advocatuur. Nu geen professionele statuten zijn overgelegd noch op andere wijze aannemelijk is gemaakt dat X zich tegenover hen heeft verbonden de onafhankelijke praktijkuitoefening te eerbiedigen en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.