NJ 2015/106
Caribische zaak. Verzoek vaststelling Nederlanderschap op voet art. 17 RWN; erkenning kind door gehuwde man nietig o.g.v. art. 330 lid 1 onder b (oud) BWNA; bekrachtiging nietige erkenning o.g.v. art. 3:58 lid 1 jo. art. 3:59 BW (Curaçao); belang van het kind. ‘Bezit van staat’ in zin art. 1:209 BWC; strekking; bescherming tegen buitenlandse gebrekkige aktes; geen strijd met openbare orde.
HR 30-01-2015, ECLI:NL:HR:2015:186, m.nt. S.F.M. Wortmann
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
30 januari 2015
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, A.M.J. van Buchem-Spapens, C.E. Drion, G. Snijders, M.V. Polak
- Zaaknummer
14/01997
- Conclusie
A-G mr. P. Vlas
- Noot
S.F.M. Wortmann
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS161950:1
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Afstamming en adoptie
Vermogensrecht / Rechtshandelingen
Staatsrecht / Nationaliteitsrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:186, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 30‑01‑2015
ECLI:NL:PHR:2014:1909, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑10‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 16‑04‑2014
- Wetingang
Art. 17 RWN; art. 1:204, 1:209, 3:58, 3:59 BW Curaçao; art. 1:204, 1:209, 3:58, 3:59 BW Nederland
Essentie
Caribische zaak. Verzoek vaststelling Nederlanderschap op voet art. 17 RWN; erkenning kind door gehuwde man nietig o.g.v. art. 330 lid 1 onder b (oud) BWNA; bekrachtiging nietige erkenning o.g.v. art. 3:58 lid 1 jo. art. 3:59 BWC(uraçao); belang van het kind. ‘Bezit van staat’ in zin art. 1:209 BWC; strekking; bescherming tegen buitenlandse gebrekkige aktes; geen strijd met openbare orde.
Art. 3:58 lid 1 BWC (dat gelijkluidend is aan art. 3:58 lid 1 BW) — waarin is bepaald dat wanneer eerst na het verrichten van een rechtshandeling een voor haar geldigheid gesteld wettelijk vereiste ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.