RvdW 2019/260
Arbeidsrecht. Wwz. Ontslag op staande voet (art. 7:677 lid 1 BW); bewijs van dringende reden in vernietigingsprocedure; eis zorgvuldigheid werkgever; werknemer niet nodeloos blootstellen aan onzekerheid; medische belemmeringen werknemer tot geven uitleg. Uitsluiting van mogelijkheid vernietiging ontslag in hoger beroep (art. 7:683 lid 3 BW); uitleg dictum.
HR 18-01-2019, ECLI:NL:HR:2019:55
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
18 januari 2019
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, C.E. du Perron, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh
- Zaaknummer
18/01028
- Conclusie
A-G mr. B.J. Drijber
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:55, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 18‑01‑2019
ECLI:NL:PHR:2018:1152, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑10‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑03‑2018
- Wetingang
Art. 7:677, 7:681, 7:683 BW
Essentie
Arbeidsrecht. Wwz. Ontslag op staande voet (art. 7:677 lid 1 BW); bewijs van dringende reden in vernietigingsprocedure; eis zorgvuldigheid werkgever; werknemer niet nodeloos blootstellen aan onzekerheid; medische belemmeringen werknemer tot geven uitleg. Uitsluiting van mogelijkheid vernietiging ontslag in hoger beroep (art. 7:683 lid 3 BW); uitleg dictum.
Samenvatting
Uit de rechtspraak van de Hoge Raad volgt dat voor de rechtsgeldigheid van een ontslag op staande voet niet de eis geldt dat het bestaan van de dringende reden al ten tijde van het ontslag onomstotelijk vaststaat. Het bewijs dat de dringende reden aanwezig was, kan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.