Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2016/589 inzake een Europees netwerk van diensten voor arbeidsvoorziening (EURES), de toegang van werknemers tot mobiliteitsdiensten en de verdere integratie van de arbeidsmarkten en tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 492/2011 en (EU) nr. 1296/2013
Artikel 16 Maatregelen voor samenwerking en andere maatregelen
Geldend
Geldend vanaf 31-07-2019
- Bronpublicatie:
20-06-2019, PbEU 2019, L 186 (uitgifte: 11-07-2019, regelingnummer: 2019/1149)
- Inwerkingtreding
31-07-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-06-2019, PbEU 2019, L 186 (uitgifte: 11-07-2019, regelingnummer: 2019/1149)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Europees arbeidsrecht
Arbeidsrecht / Arbeidsmarktbeleid en -bemiddeling
EU-recht / Marktintegratie
1.
Het Europees coördinatiebureau bevordert de samenwerking tussen het EURES-netwerk en andere informatie- en adviesdiensten en -netwerken.
2.
De nationale coördinatiebureaus werken op Unieniveau en op nationaal, regionaal en lokaal niveau samen met de in lid 1 bedoelde diensten en netwerken om synergie te behalen en doublures te voorkomen, en betrekken in voorkomend geval de EURES-leden en -partners bij de samenwerking.
3.
De nationale coördinatiebureaus faciliteren de samenwerking van het EURES-netwerk met de sociale partners op nationaal niveau door met hen een regelmatige dialoog te onderhouden overeenkomstig de nationale wetten en praktijken.
4.
De lidstaten stimuleren een nauwe samenwerking op grensoverschrijdend niveau tussen regionale, lokale en in voorkomend geval nationale actoren, met onder meer aandacht voor de praktijken en dienstverlening in het kader van grensoverschrijdende EURES-partnerschappen.
5.
De lidstaten trachten éénloketsystemen te ontwikkelen voor de communicatie, ook online, met werknemers en werkgevers over de gebieden die de EURES-activiteit en de in lid 1 bedoelde diensten en netwerken gemeenschappelijk hebben.
6.
De lidstaten onderzoeken, samen met de Commissie en het Europees Coördinatiebureau, alle mogelijkheden om de beschikbare vacatures bij voorrang te laten vervullen door burgers van de Unie, met het oog op de afstemming van de vraag naar en het aanbod van arbeid in de Unie. De lidstaten kunnen de daartoe noodzakelijke maatregelen nemen.