Wijzigingswet Wet op de inkomstenbelasting 1964, enz. (belastingplan 1997)
Artikel X
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1997
- Bronpublicatie:
20-12-1996, Stb. 1996, 654 (uitgifte: 01-01-1996, kamerstukken: 25052)
- Inwerkingtreding
01-01-1997
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-1996, Stb. 1996, 654 (uitgifte: 01-01-1996, kamerstukken: 25052)
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting (V)
1.
De accijns van sigaretten wordt met ingang van 1 februari 1997, met ingang van 1 januari 1998 en met ingang van 1 januari 1999 zodanig verhoogd dat de totale accijns voor de meest gevraagde prijsklasse sigaretten met ingang van:
1 februari 1997 ƒ 140,52 per 1000 stuks bedraagt;
1 januari 1998 ƒ 146,52 per 1000 stuks bedraagt;
1 januari 1999 ƒ 152,52 per 1000 stuks bedraagt.
Indien op vorengenoemde tijdstippen het daarbij vermelde bedrag lager is dan het bedrag dat overeenkomt met 57 percent van de kleinhandelsprijs van de meest gevraagde prijsklasse sigaretten, berekend per 1000 stuks, op dat tijdstip, geldt het laatstbedoelde bedrag.
2.
De accijns van rooktabak wordt met ingang van 1 februari 1997, met ingang van 1 januari 1998 en met ingang van 1 januari 1999 zodanig verhoogd dat de totale accijns voor de meest gevraagde prijsklasse rooktabak met ingang van:
1 februari 1997 ƒ 58,28 per kilogram bedraagt;
1 januari 1998 ƒ 61,28 per kilogram bedraagt;
1 januari 1999 ƒ 64,28 per kilogram bedraagt.
3.
Bij ministeriële regeling worden telkens met ingang van de in het eerste en tweede lid genoemde tijdstippen de tarieven van de accijns, bedoeld in artikel 35, eerste lid, onderdeel b, onderscheidenlijk onderdeel c, van de Wet op de accijns, aangepast. De aanpassing geschiedt zodanig, dat voor rooktabak en sigaretten van de meest gevraagde prijsklasse het specifieke gedeelte van de accijns 50 percent bedraagt van de som van de totale accijns en de omzetbelasting. Daarbij dient het bedrag van de totale accijns gelijk te blijven aan het bedrag van de totale accijns dat na de verhoging van de accijns verschuldigd zou zijn zonder de aanpassing. Bij de aanpassing vindt afronding plaats van het specifieke gedeelte van de accijns op een veelvoud van vijf centen en van het procentuele gedeelte van de accijns op honderdsten van een percent.