RvdW 2015/321
Rechtstreeks verband tussen witwassen en schade benadeelde partij.
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
3 februari 2015
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, H.A.G. Splinter-van Kan, Y. Buruma
- Zaaknummer
13/05764
- Conclusie
A-G mr. F.W. Bleichrodt
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:216, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 03‑02‑2015
ECLI:NL:PHR:2014:2829, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑11‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 01‑04‑2014
- Wetingang
Art. 420bis Sr; art. 51f Sv
Essentie
Verdachte heeft geld, dat bij de benadeelde partij was weggenomen door middel van ontvreemde overschrijvingskaarten, witgewassen. Het hof kon oordelen dat het witwassen en het misdrijf waaruit die geldbedragen - onmiddellijk of middellijk - afkomstig zijn, in zodanig nauw verband staan tot elkaar staan dat de benadeelde partij door het ‘medeplegen van witwassen’ rechtstreeks schade heeft geleden.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 29 oktober 2013, nummer 21/003638-13, in de strafzaak tegen: S., te H. Adv. mr. R.J. Baumgardt te Spijkenisse.