NJ 2020/277
Consumentenovereenkomsten. Oneerlijke bedingen. Hypothecair krediet dat is geïndexeerd op een vreemde valuta. Beding betreffende de bepaling van de wisselkoers tussen valuta’s. Gevolgen van de vaststelling dat een beding oneerlijk is. Mogelijkheid voor de rechter om een einde te maken aan oneerlijke bedingen door gebruik te maken van open normen van burgerlijk recht. Beoordeling van het belang van de consument. Voortbestaan van de overeenkomst zonder de oneerlijke bedingen.
HvJ EU 03-10-2019, ECLI:EU:C:2019:819, m.nt. C.M.D.S. Pavillon (Dziubak)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
3 oktober 2019
- Magistraten
A. Prechal, F. Biltgen, J. Malenovský, C.G. Fernlund, L.S. Rossi
- Zaaknummer
C-260/18
- Conclusie
A-G G. Pitruzzella
- Noot
C.M.D.S. Pavillon
- Roepnaam
Dziubak
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS227754:1
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Europees verbintenissenrecht
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2019:819, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 03‑10‑2019
ECLI:EU:C:2019:405, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal), 14‑05‑2019
- Wetingang
Essentie
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Sąd Okręgowy w Warszawie (rechter in eerste aanleg Warschau, Polen) bij beslissing van 26 februari 2018.
Consumentenovereenkomsten. Oneerlijke bedingen. Hypothecair krediet dat is geïndexeerd op een vreemde valuta. Beding betreffende de bepaling van de wisselkoers tussen valuta’s. Gevolgen van de vaststelling dat een beding oneerlijk is. Mogelijkheid voor de rechter om een einde te maken aan oneerlijke bedingen door gebruik te maken van open normen van burgerlijk recht. Beoordeling van het belang van de consument. Voortbestaan van de overeenkomst zonder de oneerlijke bedingen.