RvdW 2017/931
Richtlijn oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten (Richtlijn 93/13/EEG) en art. 6:231 e.v. BW. Schending contractueel verbod van onderhuur; cumulatie boetebeding en beding inzake afdracht huurpenningen in van toepassing verklaarde algemene voorwaarden; leidt cumulatief effect tot oneerlijk beding?
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
8 september 2017
- Magistraten
Mrs. A.J. Numann, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, M.V. Polak, C.E. du Perron
- Zaaknummer
16/03742
- Conclusie
A-G mr. W.L. Valk
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Huurrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Europees verbintenissenrecht
Verbintenissenrecht / Algemeen
Huurrecht / Huur van woonruimte
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:2275, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 08‑09‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:483, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑06‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑07‑2016
- Wetingang
Art. 3 lid 3, art. 4 lid 1, art. 1 aanhef en onder e Bijlage Richtlijn 93/13/EEG; art. 6:231, 6:233 BW.
Essentie
Richtlijn oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten (Richtlijn 93/13/EEG) en art. 6:231 e.v. BW. Schending contractueel verbod van onderhuur; cumulatie boetebeding en beding inzake afdracht huurpenningen in van toepassing verklaarde algemene voorwaarden; leidt cumulatief effect tot oneerlijk beding?
Hetgeen het HvJ EU heeft overwogen in het arrest Radlinger (21 april 2016, C-377/14, ECLI:EU:C:2016:283) moet aldus worden verstaan dat in een geval als het onderhavige waarin een beding van een huurovereenkomst aan schending van een contractueel verbod op onderverhuur twee rechtsgevolgen verbindt, te weten de verbeurte van een forfaitaire boete en de verplichting ...