RvdW 2017/1031
Rijden onder invloed. Terecht oordeel dat ‘niet kan worden aangenomen dat de enkele mogelijkheid van een latere oplegging van deelname aan het alcoholslotprogramma reeds zou moeten leiden tot niet-ontvankelijkheid van het OM in zijn vervolging’? HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 26-09-2017, ECLI:NL:HR:2017:2478
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
26 september 2017
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, V. van den Brink, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
16/00680
- Conclusie
A-G mr. P.C. Vegter
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Handhaving verkeersvoorschriften
Bijzonder strafrecht / Verkeersstrafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:2478, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 26‑09‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:952, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑07‑2017
Essentie
Rijden onder invloed. Terecht oordeel dat ‘niet kan worden aangenomen dat de enkele mogelijkheid van een latere oplegging van deelname aan het alcoholslotprogramma reeds zou moeten leiden tot niet-ontvankelijkheid van het OM in zijn vervolging’? HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 26 januari 2016, nummer 21/004960-15, in de strafzaak tegen: [verdachte], adv.: mr. A.R. Maarsingh, te Deventer.
Conclusie
Conclusie A-G mr. P.C. Vegter:
1.
De verdachte is bij arrest van 26 januari 2016 door het hof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.