RvdW 2013/13
Inbeslagneming na onrechtmatige aanhouding; klaagschrift ten onrechte gegrond verklaard.
HR 04-12-2012, ECLI:NL:HR:2012:BY2818
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
4 december 2012
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst , B.C. de Savornin Lohman, V. van den Brink
- Zaaknummer
11/04592 B
- Conclusie
A-G mr. W.H. Vellinga
- LJN
BY2818
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2012:BY2818, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑12‑2012
ECLI:NL:HR:2012:BY2818, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 04‑12‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑11‑2011
- Wetingang
Essentie
De rechtbank heeft het klaagschrift tegen de inbeslagneming van geld gegrond verklaard omdat dit bij klager was aangetroffen bij zijn door de R-C onrechtmatig geoordeelde aanhouding. Nu de officier van justitie te kennen had gegeven in de strafzaak van klager de verbeurdverklaring te vorderen, is de rechtbank ten onrechte vooruitgelopen op de hoofdzaak door impliciet te oordelen dat het geld als de vrucht van een onherstelbaar vormverzuim in het voorbereidend onderzoek niet voor verbeurdverklaring in aanmerking komt. Het onderzoek in raadkamer had de vraag moeten betreffen of het belang van strafvordering zich tegen teruggave verzet omdat niet hoogst onwaarschijnlijk ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.