NJ 2019/413
Bevoegdheidsverdeling burgerlijke rechter en strafrechter. Art. 112 lid 1 Gw; aanvullende rechtsbescherming burgerlijke rechter; geen voorzieningen door burgerlijke rechter m.b.t. rechtsgang bij andere rechter (oordeel strafrechter dat verdachten om veiligheidsredenen anoniem in strafproces optreden).
HR 28-09-2018, ECLI:NL:HR:2018:1806, m.nt. H.B. Krans en T. Kooijmans
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
28 september 2018
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, G. Snijders, Y. Buruma, V. van den Brink, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
17/04026
- Conclusie
plv. P-G mr. F.F. Langemeijer
- Noot
H.B. Krans en T. Kooijmans
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS93694:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:1806, Uitspraak, Hoge Raad, 28‑09‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 19‑08‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:573, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑05‑2018
- Wetingang
Art. 112 Gw
Essentie
Bevoegdheidsverdeling burgerlijke rechter en strafrechter. Art. 112 lid 1 Gw; aanvullende rechtsbescherming burgerlijke rechter; geen voorzieningen door burgerlijke rechter m.b.t. rechtsgang bij andere rechter (oordeel strafrechter dat verdachten om veiligheidsredenen anoniem in strafproces optreden).
Samenvatting
De aanvullende rechtsbescherming door de burgerlijke rechter heeft geen betrekking op voorzieningen die partijen uitsluitend verlangen met het oog op de procesvoering in de rechtsgang bij een andere rechter. Partijen zijn in die rechtsgang aangewezen op de voor die rechtsgang geldende regels en mogelijkheden. Het is aan de rechter in die rechtsgang om te beslissen over de uitleg en toepassing van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.